Ingrediënten
60 g wortelen, 80 g boter, een beetje witte wijn, 0,5 l fond blanc (kalfsfond), 1 theelepel lavas, ongeveer 0,1 l room, zout, nootmuskaat, peper, ongeveer 20 g gember, 2 eetlepels slagroom, 2 sneetjes witbrood (zonder korst) en nog eens 30 g boter voor de croutons.
Bereiding
Schil de wortelen en snijd ze in stukjes ter grootte van een vinger. Fruit ze in de helft van de boter. Het is erg belangrijk om de wortelen goed te zouten, anders wordt hun zoete smaak te dominant. In de winter, wanneer ze door de opslag geconcentreerd zijn, moet u hier extra op letten. Anders smaakt de soep een beetje naar kindervoeding, en dat willen we niet. Als de wortelen zijn aangebraden, blussen we ze met witte wijn. Laat even koken en voeg dan de fond blanc toe.
Fond Blanc is een kalfsfond die je het beste zelf kunt maken van kalfsbotten, stukjes vlees, groenten, kruiden, wat wijn en water. Maar je kunt de fond ook kant-en-klaar kopen, maar dan neem je wel smaakversterkers en conserveermiddelen voor lief. Voeg nu de lavas aan de soep toe. Kook de wortelen gaar en pureer ze door een fijne zeef. Bind de soep met de vloeibare room en de rest van de boter, breng op smaak met zout, nootmuskaat, peper en de fijngehakte gember. Klop het geheel krachtig in de mixer en voeg de geklopte room toe.
Snijd voor de croutons het witte brood in kleine blokjes en bak deze in boter goudbruin, laat ze daarna op een doek uitlekken. Schep de opgeklopte wortel-gembersoep in diepe borden en garneer met croutons.
Deze variant is ideaal als voorgerecht of als tussendoortje. Met een paar handgrepen toveren we er echter een heerlijk hoofdgerecht van. De aangegeven hoeveelheden zijn dan natuurlijk eerder voor twee dan voor vier personen. Dus: om de soep wat meer body te geven, voegen we wat vis toe of, nog beter, een paar sint-jakobsschelpen. Deze snijden we in plakjes van ongeveer één tot anderhalve centimeter dik en laten ze even in de warme soep trekken.