Ingrediënten:
250 g bloem, 75 ml droge witte wijn (of anijslikeur voor een traditionele toets), 50 ml olijfolie (extra vergine), 1 eetlepel anijszaad (optioneel, traditioneel), 1 theelepel gemalen kaneel, 1 eetlepel sesamzaad, schil van een halve sinaasappel, snufje zout, zonnebloemolie (om te bakken), 100 g honing, 2 eetlepels water (optioneel), kristalsuiker (optioneel)
Bereiding
Verhit de olijfolie samen met de sinaasappelschil in een pan. Laat het aroma even intrekken en verwijder dan de schil. Voeg de anijszaadjes en sesamzaadjes toe aan de olie en laat afkoelen.
Meng de bloem, kaneel en zout in een kom. Voeg de gearomatiseerde olie en de witte wijn toe. Kneed tot een glad deeg. Dek af met een doek en laat 30 minuten rusten.
Rol het deeg dun uit (ca. 2 mm dik) en snijd het in kleine vierkantjes van ca. 5 x 5 cm. Vouw twee tegenover elkaar liggende hoeken op elkaar en druk ze lichtjes aan (of laat ze plat voor de klassieke vorm).
Verhit zonnebloemolie in een diepe pan. Frituur de pestiños in porties goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Verwarm honing en water in een pan tot het mengsel vloeibaar is. Doop de warme pestiños kort in de honing en laat ze op een rooster uitlekken.
Alternatief: voor een drogere versie bestrooi je de pestiños met kristalsuiker in plaats van honing.
