Op maandag (1 juli 2024) beschuldigde de Europese Commissie Meta van het schenden van de regels voor de digitale markt met zijn “betalen of toestemming” advertentiemodel op platforms zoals Instagram en Facebook. Gebruikers moeten het bedrijf toestemming geven om hun persoonlijke gegevens te combineren als ze niet bereid zijn om een vergoeding te betalen voor toegang tot een advertentievrije versie.
Brussel is met name van mening dat het in strijd is met de EU-wetgeving als het bedrijf gebruikers niet de mogelijkheid biedt om een alternatieve dienst te kiezen waarbij minder persoonsgegevens worden gebruikt, maar die verder gelijkwaardig is aan de dienst op basis van “gepersonaliseerde reclame”.
Het bedrijf ziet ook onregelmatigheden in het feit dat het gebruikers niet toestaat hun recht uit te oefenen om vrijelijk toestemming te geven voor het combineren van hun persoonlijke gegevens.
Met de bekendmaking van de voorlopige bevindingen geeft Brussel de Amerikaanse reus nu de tijd om de documenten van de aanklager te bestuderen en zijn verdedigingsargumenten te presenteren voordat de EU-diensten uiterlijk in maart 2025 een definitieve beslissing nemen. Als het uitvoerend orgaan van de EU concludeert dat Meta de EU-wetgeving overtreedt, kan het een boete opleggen van maximaal 10% van de totale wereldwijde omzet van het bedrijf, die kan oplopen tot 20% in het geval van recidive.
“De Digital Markets Act (DMA) is er om Europese gebruikers weer controle te geven over hun gegevens. Meta heeft miljoenen gebruikers in de EU een keuze gegeven: Betalen of toestemming geven, en onze voorlopige beoordeling is dat dit een inbreuk is,” zei commissaris voor de interne markt Thierry Breton in een verklaring.
Margrethe Vestager, vicevoorzitter van de Europese Commissie en verantwoordelijk voor mededinging, legde uit dat het onderzoek naar de diensten van het bedrijf gericht was op “het waarborgen van concurrentie in markten waar ‘poortwachters’ zoals Meta al jaren persoonlijke gegevens van miljoenen Europeanen verzamelen”. De Commissie vindt dat het bedrijf “gelijkwaardige alternatieven” moet bieden waarvoor niet betaald hoeft te worden voor klanten die geen toestemming geven voor het combineren van hun persoonlijke gegevens op verschillende platforms.
Bron: Agentschappen
