Vueling heeft van de overheid een boete van 70.000 euro gekregen omdat het vier passagiers die hun bagage waren kwijtgeraakt niet met een paar honderd euro heeft gecompenseerd. De TSJIB bevestigt dat de luchtvaartmaatschappij een ernstige overtreding van de regelgeving voor consumentenbescherming heeft begaan door de passagiers niet te antwoorden.
De boete is verhoogd omdat de maatschappij recidiveert. “Niets doen, een passieve houding of gewoon niet reageren is de sleutel die het bestaan van crimineel gedrag op het gebied van consumentenzaken aantoont”, aldus de rechtszaal.
In deze uitspraak bevestigt de rechtbank de geldigheid van sancties tegen luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot bagagecompensatie. Dit geldt niet voor andere zaken zoals vertragingen of instapweigering, waarvoor het Staatsagentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bevoegd is om sancties op te leggen.
Het regionale bestuur legde de sancties op in september 2020 na klachten van vier passagiers. Zij hadden allemaal hun klachten tegen Vueling wegens vertraging bij de levering van hun bagage afgewezen.
De passagiers klaagden over de kosten die ze moesten betalen voor essentiële zaken terwijl hun bagage één, twee en, in het geval van twee passagiers, tot drie dagen vertraging opliep voordat het werd afgeleverd.
Vueling voerde aan dat zij geen recht hadden op compensatie en beweerde dat zij geen documentatie hadden. Het TSJIB verwerpt deze argumenten, waaronder die met betrekking tot een vertraging van minder dan 24 uur in de levering.
Zelfs in gevallen waarin geen documentatie aan de administratie werd verstrekt, stelt het vonnis: “Wat wordt bestraft is dat de luchtvaartmaatschappij, die over alle nodige documentatie beschikte om op de claim te reageren, dit niet heeft gedaan. Zij heeft zelfs de kosten, waarvan zij de rechtmatigheid niet betwistte, niet terugbetaald”.
Het vonnis herinnert eraan dat de luchtvaartmaatschappij jegens de passagier verantwoordelijk is voor het vervoer van hun bagage “als een goed huisvader”. Daarom moeten maatschappijen reageren “tenzij er een legitieme reden is”, wat in deze gevallen niet het geval is.
Wat de TSJIB naar beneden bijstelt is het bedrag van de boete, die de regering had vastgesteld op een totaal van 96.000 euro, 24.000 per incident. Ze heeft het nu vastgesteld op 70.000 euro. Het gaat ervan uit dat het opleggen van de hoogst mogelijke boete niet voldoende gerechtvaardigd was, afgezien van de verwijzing naar de recidive van het bedrijf.
Bron: Agentschappen





