De zomertijd gaat in op 31 maart (02:00 ’s nachts) 2023. In maart 2024 wordt de nacht een uur korter. De zomertijd gaat elk jaar in op de laatste zondag van maart. Deze tijdsverandering blijft van kracht tot ten minste 2026.
Hiermee voldoet het land aan de Europese richtlijn uit 2000, die zonder uitzondering voor alle EU-lidstaten geldt. De eerste zomertijdregels in Europa werden in 1980 uitgevaardigd en sinds 2000 stelt de bovengenoemde richtlijn de regels vast die het begin van de zomertijd in maart en het einde van de zomertijd in oktober markeren.
De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend om de tijdsverschillen in 2019 te beëindigen. Oorspronkelijk zou 31 maart 2021 de laatste tijdsverandering in de Europese Unie zijn, maar het Europees Parlement heeft gevraagd om uitstel van de door de Europese Commissie voorgestelde afschaffing van de tijdsveranderingen.
De reden om over te schakelen op de zomertijd is om energie te besparen door meer gebruik te maken van de uren zonlicht tijdens werkuren, waardoor het elektriciteitsverbruik daalt omdat de zon later opkomt en het daglicht langer is.
Maar hoewel deze tijdsverandering in de hele Europese Unie wordt uitgevoerd, heeft het Europees Parlement vorig jaar alle lidstaten opgeroepen om vanaf 2021 een einde te maken aan deze verandering. Dit betekent dat elk land vrij is om te beslissen of het de zomer- of wintertijd wil behouden.
Het debat over deze aanpassing duurde enkele jaren en werd uiteindelijk aangenomen met 410 stemmen voor, 197 tegen en 51 onthoudingen na een voorstel van de Europese Commissie via een openbare raadpleging die in 2018 werd gehouden.
In het geval van Spanje werd een commissie van deskundigen opgericht om de gevolgen van de afschaffing van de tijdsverandering voor het land te beoordelen. In 2019 werd in een rapport van de commissie gedetailleerd uiteengezet dat het debat onder deskundigen “niet unaniem noch overtuigend” was. De deadline voor de EU om de tijdsverandering af te schaffen werd verlengd tot 1 april 2021, dus besloot de regering om de tijdsverandering tot die datum te behouden en “een voldoende geconsolideerd en gemeenschappelijk argument te ontwikkelen dat ons ertoe brengt een van de wegen te kiezen”.
