Het begin van aanstaande zondag, 27 oktober, markeert het einde van de zomertijd, die afgelopen maart is ingegaan en betekent dat de dagen als langer zullen worden ervaren.
Dit betekent dat de klokken een uur teruggezet moeten worden, zodat het op zaterdagavond om 03.00 uur 02.00 uur is op zondag.
Op deze manier wordt voldaan aan de Europese Richtlijn 2000/84/EG, die zonder uitzondering van toepassing is op alle lidstaten van de Europese Unie.

De eerste bepalingen over de zomertijd werden in Europa aangenomen in 1980 en sinds 2000 stelt de bovengenoemde richtlijn de regels vast voor het begin in maart en het einde in oktober.
Gezien het debat dat de toepassing van de tijdsverandering oproept bij brede maatschappelijke groepen, heeft de Europese Commissie in 2018 een openbare raadpleging gehouden waarbij meer dan 80% van de 4,6 miljoen ondervraagde burgers voorstander was van het beëindigen van de tijdsverandering.
Met dit resultaat stelde de Commissie voor om deze praktijk te beëindigen en de laatste verandering in maart 2019 door te voeren. Het gebrek aan consensus tussen de staten en de effectbeoordelingen hebben er echter toe geleid dat Europa de mogelijke afschaffing van de tijdsverandering heeft uitgesteld tot 2021, waardoor individuele landen ook de mogelijkheid hebben om te kiezen voor winter- of zomertijd.
Spaanse tijdzone
Spanje ligt geografisch in de UTC/GMT+1-zone, die samenvalt met het grootste deel van Europa, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Portugal, die in de UTC/GMT+0 blijven; de Canarische Eilanden zijn het enige Spaanse grondgebied met een andere tijdzone die overeenkomt met UTC/GMT+0, dus de eilanden hebben een uur minder tijd dan de rest van het land.
Deze tijdzonetoewijzing is de tijd die de Spaanse “officiële tijd” (behalve de Canarische Eilanden) aangeeft sinds 1940, die met 60 minuten werd verschoven naar de “universele tijd”.
Op de breedtegraden van Spanje zijn de lichturen hetzelfde, +-10 in de winter en +-14 in de zomer, maar het wordt niet op dezelfde tijd licht in het oosten en het westen, en er kan meer dan een uur verschil zijn van de ene kant naar de andere.
Energiebesparing
De Commissie industrie, onderzoek en energie van het Europees Parlement heeft in februari 2019 een verslag gepubliceerd waarin erop wordt gewezen dat seizoensgebonden veranderingen in de tijd kunnen leiden tot besparingen in het energieverbruik, maar dat deze marginaal zijn en dat het niet zeker is dat ze in alle lidstaten zullen worden bereikt.
Het rapport wijst er ook op dat er besparingen kunnen worden gerealiseerd op het gebied van verlichting, maar dat het niet zo vanzelfsprekend is dat hetzelfde zal gebeuren met verwarming, aangezien het verbruik hierdoor zelfs zou kunnen toenemen. Bovendien zijn de resultaten volgens de experts moeilijk te interpreteren omdat ze sterk beïnvloed worden door externe factoren zoals het weer, geografie en gebruikersgedrag.
In Spanje zijn er geen bijgewerkte rapporten die garanderen dat de tijdsverandering gepaard gaat met energiebesparingen. Bovendien veranderen de nieuwe energie-efficiëntievereisten voor verlichting, airconditioning en het gebouw zelf, evenals de geleidelijke invoering van eigenverbruik, de analyses die oorspronkelijk werden gebruikt om deze gegevens te berekenen aanzienlijk.