De Raad van Ministers is van plan om deze dinsdag, 4 juni, op voorstel van het ministerie van Jeugd en Kinderen, een wetsvoorstel goed te keuren voor de bescherming van minderjarigen in digitale omgevingen dat gratis en toegankelijk ouderlijk toezicht in technologische apparaten als standaard zal verplichten.
Volgens het ministerie, geleid door Sira Rego, vereist het wetsvoorstel dat ouderlijk toezicht wordt ingebouwd in alle mobiele telefoons, tablets, computers en smart TV’s. Verwacht wordt dat dit systeem standaard op alle apparaten wordt geïnstalleerd en dat het kan worden geconfigureerd zodra het wordt ingeschakeld.
De geplande maatregelen omvatten ook het vastleggen van de rechten van minderjarigen in digitale omgevingen en het ontwikkelen van een nationale strategie voor de bescherming van kinderen en jongeren in digitale omgevingen. Deze zal worden geleid door het ministerie van Jeugd en Kinderen en zal gebaseerd zijn op het rapport van de 50 leden tellende expertgroep die onlangs door dit ministerie is opgericht.
De strategie voorziet in de etikettering van digitale inhoud in gewone taal, met waarschuwingen als de inhoud niet geschikt is voor minderjarigen. Er is een plan voor digitale geletterdheid gepland voor de onderwijssector, dat specifieke mechanismen zal bevatten om minderjarigen instrumenten en autonomie te geven in het gebruik van technische apparaten.
Volgens overheidsbronnen zal het wetsontwerp vergezeld gaan van een diagnose van de impact van de digitale omgeving op minderjarigen, opgesteld door het ministerie van Jeugd en Kinderen met de medewerking van een groep van 50 experts.
Ze legden ook uit dat deze commissie haar rapport op 20 juni in de plenaire vergadering zal presenteren en vervolgens in het openbaar de strategie zal opstellen, die maatregelen met een bredere tijdsspanne zal omvatten.
In december kondigde het ministerie de oprichting van deze groep deskundigen aan om een diagnose te stellen en een actieplan voor te stellen om minderjarigen te beschermen tegen blootstelling aan mobiele telefoons en schermen in het algemeen.
Uit de diagnose bleek dat de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst een mobiele telefoon bezitten 10,96 jaar (11 jaar) is, zoals blijkt uit het rapport “Impact of technology on adolescence. Relaties, risico’s en kansen” geproduceerd door Unicef in 2021.
Volgens dezelfde studie heeft 94,8% van de jongeren een mobiele telefoon met internetverbinding en gaat 90,8% dagelijks of bijna dagelijks online. Ook gebruikt bijna 49,6% van de jongeren het internet meer dan 5 uur per dag in het weekend en 31,6% doet hetzelfde doordeweeks. Daarnaast is 98,5% van de jongeren geregistreerd op een of ander sociaal netwerk en 83,5% is geregistreerd op drie of meer sociale netwerken.
Aan de andere kant gebruiken jongeren de digitale omgeving vooral om te communiceren (84,1%), om informatie te zoeken (83,6%) en voor digitale vrijetijdsactiviteiten (79,9%), volgens de studie ‘Consumir, crear, jugar. Panorámica del ocio digital de la juventud”, uitgevoerd door Fad Juventud. Van haar kant beveelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in haar actieplan 2013-2030 aan om de omgeving die de geestelijke gezondheid beïnvloedt opnieuw te ontwerpen.
Bron: Agentschappen