Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) heeft geoordeeld dat werkgevers van huishoudelijk personeel verplicht zijn een systeem op te zetten om de dagelijkse werkuren van elke huishoudelijke hulp te registreren, in tegenstelling tot de Spaanse wetgeving die dergelijke werkgevers vrijstelt van deze verplichting.
De uitspraak werd gedaan in verband met de zaak van een Spaanse huishoudelijke hulp wiens ontslag ongerechtvaardigd werd verklaard door de nationale rechtbanken.
De rechtbank in Luxemburg benadrukte dat Spanje verplichte werktijdregistratie heeft ingevoerd na een Europese uitspraak in 2019, waarin werd vastgesteld dat het vorige systeem in strijd was met de EU-wetgeving. Het benadrukte ook dat alle nationale autoriteiten, inclusief de rechtbanken, verplicht zijn om deze wetgeving te helpen handhaven.
Dienovereenkomstig is het HvJ van mening dat “de interpretatie door rechters van een nationale bepaling of administratieve praktijk die werkgevers vrijstelt van de verplichting om een dergelijk systeem voor huishoudelijk personeel in te voeren, duidelijk in strijd is met de Europese arbeidstijdenrichtlijn”. Volgens het Hof “wordt deze werknemers zo de mogelijkheid ontnomen om het aantal gewerkte uren en de verdeling ervan in de tijd objectief en betrouwbaar vast te stellen”.
Het Hof wijst er echter op dat, vanwege de specifieke kenmerken van de huishoudelijke sector, uitzonderingen voor overuren en deeltijdwerk mogelijk zijn, op voorwaarde dat ze de wetgeving in kwestie niet zinloos maken, wat de Spaanse rechter zal moeten onderzoeken.
Verder voegt het Hof toe dat “gezien het feit dat huishoudelijk personeel een duidelijk vrouwelijke groep werknemers is, indirecte discriminatie op grond van geslacht niet kan worden uitgesloten tenzij deze situatie objectief gerechtvaardigd is” en laat het ook aan de Spaanse rechter over om deze kwestie te analyseren.
De uitspraak van het HvJ zal een aanzienlijke impact hebben op de sector huishoudelijk personeel in Spanje, omdat het werkgevers verplicht om een systeem in te voeren voor de registratie van de werktijden van hun werknemers. Dit is een belangrijke verandering ten opzichte van de huidige situatie, waarin huishoudens zijn vrijgesteld van het bijhouden van dergelijke gegevens.
Geschat wordt dat ongeveer 700.000 huishoudelijk hulpen in Spanje, voornamelijk vrouwen, baat zullen hebben bij deze uitspraak, omdat ze een objectieve en betrouwbare registratie van gewerkte uren en de verdeling ervan in de tijd zullen hebben. Dit zal de handhaving van arbeidsrechten en de opsporing van mogelijk misbruik of niet-naleving door werkgevers vergemakkelijken.
De invoering van een arbeidstijdenregistratiesysteem in Spaanse huishoudens zal een uitdaging zijn voor zowel werkgevers als werknemers. Er moeten eenvoudige en toegankelijke mechanismen worden gecreëerd die een effectieve controle van de gewerkte uren mogelijk maken, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de sector. Bovendien is het belangrijk dat de overheid en de sociale partners informatie- en bewustmakingscampagnes voeren om de nieuwe regels bekend te maken en de naleving ervan te vergemakkelijken. Het zal ook nodig zijn om de arbeidsinspecties op dit gebied te versterken om ervoor te zorgen dat de rechten van huishoudelijk personeel worden gerespecteerd.
Bron: Agentschappen