San Juan, elk jaar gevierd op 23 juni, is de vooravond van de festiviteiten voor het christelijke feest van de geboorte van Johannes de Doper (24 juni). Deze dag is erg populair in verschillende plaatsen in Spanje, zoals Mallorca. Daar is het traditie om om middernacht naar het strand te gaan, vreugdevuren aan te steken, kaarsen te branden, iets ouds te verbranden of te gaan zwemmen, net als in andere delen van het land.
Om dit festival te begrijpen, moeten we echter terug naar de wortels. Ondanks de naam van het festival heeft Sint-Jansdag een heidense oorsprong die lang voor de christelijke religie ligt.
In die tijd was het gebruikelijk om in de nacht van de zomerzonnewende (21 juni) duizenden vuren en lampen aan te steken om de zon kracht te geven op haar weg door de steeds korter wordende dagen. Dit komt omdat op het noordelijk halfrond de duur van het daglicht vanaf deze dag afneemt. Met de komst van het christendom nam de religie dit heidense gebruik over en zette het voort tot de geboorte van Johannes de Doper op 24 juni. Op deze dag liet zijn vader Zacharia een vreugdevuur ontsteken om de geboorte van zijn zoon Johannes aan te kondigen.
Daarom is Sint-Jansavond altijd geassocieerd geweest met vuur en met het begin van de zomer. In zijn heidense versie was de nacht van het vuur ook een magische dag, de perfecte tijd om boze geesten te verdrijven of om te breken met slechte gebeurtenissen. Op deze manier werden sommige van deze tradities overgebracht naar de rituelen die vandaag de dag op Sint-Jansavond worden uitgevoerd.
Bron: Agentschappen




