De Handelsrechtbank 2 van Barcelona heeft de rechtszaak van Just Eat tegen Glovo afgewezen, waarin het 295.000.000 euro eiste wegens oneerlijke concurrentie, omdat het van mening was dat het platform altijd “binnen de grenzen van de wet” had gehandeld en dat de contracten sinds 2019 de autonomie van de leveranciers garandeerden en hen in staat stelden om als zelfstandigen diensten te verlenen.
Volgens het von Europa Press ingeziende vonnis is de rechter van mening dat beide bedrijven verschillende bedrijfsmodellen hebben, aangezien 80 % van de activiteiten van Just Eat betrekking heeft op de fysieke markt en 20 % op thuisbezorging, terwijl bij Glovo “het tegenovergestelde” het geval is, zodat de classificatie van de chauffeurs als werknemers niet het enige verschil is. Bovendien is de rechter van mening dat de dienst van thuisbezorging van maaltijden via digitale platforms een “innovatieve, technologisch geavanceerde” activiteit is en dat het arbeidsrechtelijke kader voor de regulering ervan omstreden en verouderd is, zoals letterlijk wordt gesteld.
Just Eat heeft in november vorig jaar een rechtszaak aangespannen tegen het door Óscar Pierre opgerichte bedrijf omdat het zijn “chauffeurs” zou hebben tewerkgesteld als schijnzelfstandigen, en eiste 295 miljoen euro schadevergoeding. In de aanklacht werd aangevoerd dat er “talrijke vonnissen” waren waarin Glovo werd veroordeeld wegens het in dienst nemen van zijn leveranciers als schijnzelfstandigen en wegens schending van het arbeidsrecht, maar de rechter heeft dit afgewezen.
De rechter voegt hieraan toe dat veel werknemers de voorkeur geven aan zelfstandigheid omdat zij hen in staat stelt de dienstverlening naar eigen inzicht te verlenen op een platform naar keuze, op een locatie naar keuze en zo lang zij dat willen.
“Naar mijn mening is er niemand beter geschikt dan de betrokkenen zelf om te beslissen wat het beste voor hen is, behalve misschien een verlichte en alwetende bureaucraat die blijkbaar bevoorrechte toegang heeft tot de waarheid”, verklaart hij.
Just Eat wees er in de rechtszaak ook op dat het bedrijf in een duidelijk concurrentienadeel verkeert omdat het, in tegenstelling tot Glovo, de bezorgers als werknemers in dienst heeft, wat hoge extra kosten met zich meebrengt, en raamde de besparingen van Glovo door het in dienst hebben van “schijnzelfstandigen” op meer dan 645 miljoen euro.
De rechter stelt echter vast dat de kosten per bestelling voor Glovo zonder de inhuur van zelfstandige bezorgers even hoog zouden zijn geweest als voor Just Eat, wat “een premisse is die onverenigbaar is met de door eiseres zelf verstrekte gegevens”.
Anderzijds wijst hij op factoren die de markt hebben beïnvloed, zoals de gevolgen van de Covid-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne, die hebben geleid tot een enorme stijging van de exploitatiekosten als gevolg van de gestegen brandstofprijzen, wat van invloed was op de leveringskosten en zelfs heeft geleid tot de sluiting van platforms wegens gebrek aan rentabiliteit.
Wat de bedrijfsstrategieën betreft, stelt de rechter vast dat beide ondernemingen zich in de loop der jaren op verschillende wijze hebben ontwikkeld en dat elk van hen deze bemiddelings-, leverings- en multiplatformactiviteiten op verschillende tijdstippen, in verschillende steden en op verschillende manieren heeft ingevoerd of verder ontwikkeld. Hij wijst op verschillen tussen de twee ondernemingen in de uitoefening van hun activiteiten: in het geval van Just Eat is de rechter van oordeel dat de onderneming een strategie van differentiatie door dienstverlening en legaliteit heeft gevolgd, heeft ingezet op een formeler en meer gereguleerd leveringsmodel en zich wilde positioneren als een “verantwoordelijke en kwalitatief hoogwaardige” optie.
In het arrest wordt vastgesteld dat Glovo een zeer actieve strategie van territoriale expansie heeft gevoerd door meer middelgrote en kleine steden te bereiken dan zijn concurrenten, lokale marktniches met een geringere aanwezigheid van concurrenten te bezetten en “massale reclamecampagnes en een flexibele klantenbinding door middel van agressieve kortingsbonnen, cross-discounts en op lokale doelgroepen afgestemde loyaliteitsprogramma’s” te voeren.
Bron: agentschappen



