De voorzitter van de Sociale Rechtbank nr. 6 in Sevilla heeft een groep verpleegkundigen van een kliniek van de Fremap Groep in het gelijk gesteld die hadden geklaagd dat ze bedden moesten opmaken voor dienstdoende artsen en hen schone handdoeken moesten geven.
De uitspraak, waarover EFE beschikt, bevestigt een klacht die de betrokkenen hadden ingediend bij de vakbond UGT, die hen namens hen voor de rechter had gedaagd omdat de collectieve arbeidsovereenkomst voor deze beroepen was geschonden.
Het vonnis gaat in op de feiten van de zaak en concludeert dat er een “controverse is over de taken die door de klinische assistenten moeten worden uitgevoerd”. In de zaak staat dat deze professionals verantwoordelijk waren voor het klaarmaken van de kamers van anesthesisten en traumatologen voor hun overnachtingen tijdens hun diensten “door de bedden op te maken en handdoeken neer te leggen, op uitdrukkelijke instructie”.
De rechter verwees echter naar Koninklijk Besluit 496/1995 van 7 april 1995 en concludeerde dat “het niet tot de plichten van de beroepsgroep behoort om het bed op te maken en een kamer in te richten die niet voor patiënten bestemd is” en dat er geen enkele aanwijzing in de procedure is “dat deze kamer bestemd is voor patiënten, maar voor anesthesisten en traumatologen die de nacht op wacht doorbrengen”.
Hij concludeerde daarom dat het niet tot de taken van de ziekenhuisassistenten behoorde “om een kamer in te richten voor het beoogde gebruik” en stelde de eisers daarom in het gelijk.
Bron: Agentschappen





