Volgens de laatste voorlopige prognose van het Nederlandse persbureau ANP, nadat bijna 98 % van de stemmen is geteld, zouden de liberale progressieve partij D66 onder leiding van Rob Jetten en de rechts-radicale PVV van Geert Wilders beide 26 zetels krijgen, met een minimale voorsprong van ongeveer 2.300 stemmen in het voordeel van de eerstgenoemde partij.
Door deze technische gelijkstand blijft het onduidelijk wie de sterkste politieke kracht van het land zal worden, wat bepalend is voor welke partij voorrang krijgt bij de onderhandelingen over de regeringsvorming. Gisteravond zag de peiling D66 als winnaar met een voorsprong van twee zetels op de extreemrechtse partij, en ook op donderdag blijven de progressieven de winnaars van de verkiezingscampagne, omdat ze in één klap minstens 17 zetels meer hebben gewonnen dan bij de vorige verkiezingen.
Wilders, die zelfs bij een gelijkspel tot de grootste verliezers van de verkiezingen zou behoren, omdat hij 11 van zijn 37 zetels heeft verloren, waarschuwde dat hij een vertegenwoordiger van D66 niet zal toestaan de coalitieonderhandelingen te starten zolang er geen “100% duidelijkheid” bestaat over welke partij de verkiezingen heeft gewonnen. “We zullen er alles aan doen om dit te voorkomen”, schreef hij vandaag op sociale media.
De resultaten van verschillende gemeenten moeten nog worden geteld, evenals de stemmen uit het buitenland en uit de Caribische gebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die traditioneel eerder naar D66 neigen. Bovendien komt in de loop van de week nog 20 % van de stemmen uit Amsterdam bij, waar de partij van Jetten tot nu toe 23,4 % van de stemmen heeft behaald.
D66 heeft zijn opmars in de grote Nederlandse steden geconsolideerd en is de grootste partij in Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg en Groningen, terwijl het ook in Amsterdam winst heeft geboekt.
De PVV behoudt haar leidende positie in de zuidelijke provincie Limburg, maar lijdt aanzienlijke verliezen ten opzichte van 2023: in Venlo, de geboorteplaats van Wilders, is de partij gedaald van 36 % naar 27 % van de stemmen.
Het blok van GroenLinks-PvdA, dat tot het aftreden van Frans Timmermans gisteravond aan kop ging, blijft op 20 zetels staan; de VVD, de liberaal-conservatieve partij onder leiding van Dilan Yesilgöz, zakt terug naar 22 zetels, terwijl het christendemocratische CDA van Henri Bontenbal op 18 zetels blijft staan. De extreemrechtse partij Forum voor Democratie (FvD) en de ChristenUnie (CU) krijgen respectievelijk 7 en 3 zetels.
De eurosceptische JA21 behaalt 9 zetels en de agrarische beweging BBB 4, terwijl de Socialistische Partij (SP), Denk, de Partij voor de Dieren (PvdD) en de SGP elk 3 zetels krijgen. De gepensioneerdenpartij 50Plus behaalt 2 zetels, Volt 1, en de in 2023 opgerichte centristische NSC zou na het verlies van haar 20 zetels plotseling uit het parlement verdwijnen. De opkomst lag woensdag op 78,4 %, iets hoger dan de 77,8 % van twee jaar geleden.
Over het geheel genomen bevestigt de prognose van het ANP, die al is gebaseerd op daadwerkelijke resultaten en niet op exit polls, de extreme volatiliteit van een verkiezingscampagne waarin de peilingen al een krappe uitslag hadden voorspeld.
In afwachting van de definitieve telling en de officiële bevestiging door de Kiesraad, die voor volgende week gepland staat, is er in Nederland geen duidelijke winnaar in een van de meest omstreden verkiezingen uit de recente geschiedenis: het verschil tussen de twee partijen met de meeste stemmen was sinds 1956, toen het parlement werd uitgebreid tot 150 zetels, niet meer zo klein.
Bron: agentschappen




