Uber-uitspraak Hooggerechtshof niets nieuws voor Mallorca

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 2 Minuten -

De regering van de Balearen gaat ervan uit dat de uitspraak van het Hooggerechtshof, die de minimumtijd van 30 minuten voor het inhuren van VTC’s zoals voorzien in de Baskische regelgeving nietig verklaart, “niets nieuws” is voor de Balearen, omdat zij deze vereiste ook in hun regelgeving hebben opgenomen.

Dit werd verklaard door de directeur-generaal van Mobiliteit, Lorena del Valle. De regering herinnerde eraan dat het in het Baskische geval een verordening van regelgevende aard is, terwijl het op de Balearen kracht van wet heeft. Om deze reden heeft het Hooggerechtshof de Balearen-verordening doorverwezen naar het Constitutionele Hof, waarvan de beslissing nog steeds hangende is.

In deze context herinnerde del Valle er ook aan dat de nieuwe taxiwet op de Balearen, die in februari van dit jaar door het Parlement werd goedgekeurd, niet voorziet in veranderingen in dit opzicht en de pre-contractperiode van een half uur ongewijzigd laat. Bronnen van de Conselleria benadrukten echter dat de regering er tijdens deze zittingsperiode op had gewezen dat het noodzakelijk was om de regelgeving aan te passen aan de jurisprudentie van de rechtbanken.

Leestip:  “Radicale weersverandering” verwacht op Mallorca
Waar ren jij tegen kanker? Ook met een korte afstand kun jij impact maken. Ren mee tegen kanker via een evenement of kies ‘Ren je eigen rondje’. Laat je sponsoren en steun onderzoek, ook bij jou in de buurt.

De Hoge Raad is van mening dat de verplichting voor platforms zoals Uber om 30 minuten van tevoren een contract af te sluiten “een zeer aanzienlijke beperking vormt van de uitoefening van deze bedrijfsactiviteit, aangezien de klant streeft naar de levering van dit soort diensten in de kortst mogelijke tijd en tegen de laagst mogelijke prijs”.

“Aangezien deze bepaling de onmiddellijkheid van de dienst tenietdoet, ontmoedigt ze de gebruiker om er gebruik van te maken, en wel in die mate dat er een ernstig risico bestaat dat bedrijven die met dit type licentie werken, uit de markt worden gedrukt”, aldus de uitspraak.

In deze context had de regering, voordat de wet in het parlement werd aangenomen, zelfs de mogelijkheid overwogen om deze vereiste af te schaffen, maar besloot vervolgens om deze te handhaven in afwachting van het antwoord van het Grondwettelijk Hof, zolang er geen uitspraak was die de regering expliciet verplichtte om dit onderdeel af te schaffen.

Bron: Agentschappen