Stadstuinen als “toevluchtsoorden” voor biodiversiteit

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 3 Minuten -

Een internationaal team van onderzoekers van het Doñana Biologisch Station – CSIC en het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek (WSL) heeft de lokale en landschapsfactoren geanalyseerd die de diversiteit van interacties bepalen tussen bijen en wespen en verschillende soorten die parasiteren op hun nesten in stedelijk groen.

De beoordeling van deze interacties is nuttig om het niveau van ecologische activiteit te begrijpen, naast het tellen van het aantal soorten, en om vroegtijdige verstoringen in ecosystemen als gevolg van milieuveranderingen te detecteren, legt de CSIC uit. “Stedelijke tuinen en boomgaarden, die een schat aan hulpbronnen bieden, hebben een groot potentieel om als toevluchtsoorden voor de biodiversiteit in steden te fungeren,” legt Carlos Martínez uit, eerste auteur van het onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the Royal Society B, en onderzoeker aan het Doñana Biologisch Station.

“Ons onderzoek toont aan dat het vergroten van groene ruimten op landschapsniveau en het zorgen voor een goede blootstelling aan zonlicht en een grote plantenrijkdom op lokaal niveau cruciale maatregelen zijn om het aantal holenbroedende bijen- en wespengemeenschappen en hun interacties met natuurlijke vijanden in stadstuinen te vergroten,” benadrukt Martínez.

Leestip:  "Hoop door actie"
KNMR - Jouw donatie geeft redders de middelen om uit te varen – weer of geen weer

Het onderzoekscentrum legt in een verklaring uit dat voor het onderzoek 85 stedelijke tuinen en boomgaarden in de stad Zürich in Zwitserland werden geselecteerd, waarin in totaal 255 kunstmatige nesten voor bijen en wespen werden geplaatst. Vervolgens werd de frequentie van interacties tussen gastheer en parasiet gekwantificeerd en de diversiteit van soorten en interacties berekend. Deze gegevens werden vervolgens vergeleken met omgevingsvariabelen op lokaal en landschapsniveau om te analyseren welke variabelen een grotere diversiteit van deze interacties bevorderen.

Op lokaal niveau ontdekte het team dat de blootstelling aan zonlicht en de overvloed aan planten in stedelijke tuinen en boomgaarden de diversiteit van de interacties tussen nestgenoten en hun predatoren bevorderden. Dit was niet alleen te danken aan de grotere soortenrijkdom aan beide kanten, maar ook aan het feit dat deze soorten betrokken waren bij een groter aantal interacties. Meer menselijk ingrijpen in deze graslanden, zoals een verhoogd gebruik van landbouwchemicaliën of vaker ploegen en maaien, verminderde deze diversiteit.

Op landschapsniveau droeg een hoger aandeel van bebouwde gebieden in de omgeving bij aan een lagere diversiteit van interacties, terwijl een hoger aandeel van groene en agrarische gebieden deze interacties bevorderde. “De resultaten laten zien dat we maatregelen kunnen nemen om de insectendiversiteit in stedelijke omgevingen te bevorderen,” legt Martinez uit. “Het behoud van de ecologische levensvatbaarheid van stedelijk groen vereist de inspanningen van meerdere belanghebbenden, zoals tuineigenaren en stadsplanners. Deze inspanningen kunnen ervoor zorgen dat stedelijk groen een belangrijke bijdrage levert aan het behoud van de insectenbiodiversiteit in steden,” besluit hij.

Bron: Agentschappen