Spanje verleent 18,5 % van de asielzoekers internationale bescherming. Dit percentage is verbeterd sinds 2023, toen het nog 12,23 % bedroeg, maar het blijft het laagste in de hele Europese Unie, waar het erkenningspercentage gemiddeld 46,6 % bedraagt.
Deze gegevens zijn afkomstig uit het jaarverslag 2024 van de Spaanse Commissie voor Vluchtelingenhulp (CEAR), dat maandag (16 juni 2025) tijdens een persconferentie in Madrid is gepresenteerd ter gelegenheid van de Wereldvluchtelingendag, die op 20 juni wordt gevierd.
Voor het eerst staat Spanje met 167.366 aanvragen voor internationale bescherming op de tweede plaats van de lijst van landen die de meeste aanvragen hebben ontvangen, alleen achter Duitsland, en bereikt daarmee een historisch hoogtepunt na jaren van groei sinds 2012, toen slechts 2.588 aanvragen werden ingediend.
Het erkenningspercentage is met zes procentpunten gestegen ten opzichte van 2023, wat te wijten is aan een toename van de subsidiaire bescherming, die vooral voor personen uit Mali minder garanties biedt. Het percentage personen aan wie de vluchtelingenstatus is toegekend, is echter gedaald van 8,3 % naar 6,6 %.
In 2024 werden 96.281 aanvragen voor internationale bescherming behandeld, dat is 4 % meer dan in 2023 en het hoogste aantal in de geschiedenis van het Bureau voor Asiel en Vluchtelingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens CEAR weerspiegelt dit “een inspanning die geen noemenswaardig effect heeft”, aangezien er in 2024 242.056 aanvragen in behandeling waren, 26,6 % meer dan het jaar ervoor.
Bron: agentschappen