Met 28,2% is Spanje het land met de hoogste jeugdwerkloosheid in de Europese Unie. Het werkloosheidspercentage in de eurozone bedroeg in februari 6,5%, in lijn met de drie voorgaande maanden en het laagste in de hele historische reeks.
Volgens gegevens gepubliceerd door Eurostat bleef het werkloosheidspercentage in de Europese Unie als geheel voor de derde maand op rij stabiel op 6%, het laagste niveau ooit.
Dit betekent dat het werkloosheidspercentage in de eurozone in februari negen tienden van een procentpunt onder het niveau van voor de pandemie lag, aangezien het werkloosheidspercentage in de eurolanden in februari 2020 7,4% bedroeg.
Het Europese bureau voor de statistiek schat dat in de tweede maand van 2024 13,24 miljoen mensen werkloos waren in de EU, waarvan 11,1 miljoen in de eurozone.
Dit komt overeen met een maandelijkse daling van 13.000 werklozen in de EU, maar een stijging van 17.000 in de eurozone. Vergeleken met februari 2023 steeg de werkloosheid in de EU met 156.000, maar daalde met 30.000 in de eurozone.
In de EU-27 werd de hoogste werkloosheid genoteerd in Spanje met 11,5%, Griekenland met 11% en Zweden met 8,1%. De laagste werkloosheid werd daarentegen genoteerd in Tsjechië (2,6%), Polen (2,9%) en Slovenië (3,1%).
Net als in de voorgaande maand bedroeg de werkloosheid onder jongeren tot 25 jaar in de eurozone in februari 14,6%, terwijl deze in de EU als geheel 14,8% bedroeg, een tiende procentpunt lager.
In absolute cijfers kwam het aantal werkloze jongeren in de EU in de tweede maand van het jaar uit op 2,899 miljoen, waarvan 2,319 miljoen in de eurozone. In het geval van Spanje waren er in februari 2024 2,771 miljoen werklozen, waarvan 500.000 jonger dan 25 jaar.
Met 28,2 procent was de Spaanse jeugdwerkloosheid de hoogste in de EU-27, vóór Griekenland met 25 procent, Zweden met 23,2 procent en Portugal met 23,1 procent.
Bron: Agentschappen




