Spanje heeft een van de hoogste overheidsschulden en tekorten in de EU

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 4 Minuten -

Spanje eindigde 2023 met een overheidsschuld van 107,7%, de op drie na hoogste van alle landen in de Europese Unie, terwijl het tekort 3,6% van het bbp bedroeg, de tiende hoogste van de EU-27 maar in lijn met het gemiddelde, volgens de raming die op maandag (22/04/2024) werd gepubliceerd door het EU-statistiekenbureau Eurostat.

In de Europese Unie als geheel daalde de schuldquote van 83,4% in 2022 naar 81,7% in 2023, terwijl deze in de eurozone in dezelfde periode daalde van 90,8% naar 88,6% van het BBP.

Het overheidstekort steeg tot 3,5% in de EU tegen het einde van 2023, een tiende procentpunt hoger dan in het voorgaande jaar, terwijl het in de landen met de eenheidsmunt met hetzelfde percentage daalde tot 3,6% aan het einde van vorig jaar.

Leestip:  Verbod op toeristische verhuur in woonwijken?
Ga ook aan en doneer vandaag nog. Met jouw steun maken we baanbrekend onderzoek, vroege ontdekking en de beste zorg mogelijk. Dankjewel!

Hoewel Spanje zijn overheidstekort met 1,1 procentpunt en zijn staatsschuld met 3,9 procentpunt heeft teruggebracht ten opzichte van het voorgaande jaar, lag het eind 2023 nog steeds boven de limiet van 3% van het bbp voor het begrotingstekort en 60% van het bbp voor de staatsschuld, zoals vastgelegd in de EU-regels. Daarom zal de Europese Commissie naar verwachting in juni volgend jaar een procedure starten tegen het land wegens niet-naleving van de begrotingsregels.

Wat de overheidsschuld betreft, zitten alleen Griekenland (161,9% van het bbp), Italië (137,3%) en Frankrijk (110,6%) boven de Spaanse ratio, op de voet gevolgd door België (105,2%) en Portugal (99,1%). Van deze landen overschrijden Duitsland (63,6%), Kroatië (63%), Cyprus (77,3%), Hongarije (73,5%), Oostenrijk (77,8%), Slovenië (69,2%) en Finland (75,8%) ook de grens van 60% van het bbp.
De laagste schuldquotes werden daarentegen opgetekend in Estland (19,6%), Bulgarije (23,1%), Luxemburg (25,7%), Denemarken (29,3%), Zweden (31,2%) en Litouwen (38,3%).

Wat het begrotingssaldo betreft, boekten alleen Cyprus en Denemarken (beide 3,1% van het bbp), Ierland (+1,7%) en Portugal (+1,2%) overschotten, terwijl de andere partners 2023 afsloten met een overheidstekort dat in elf gevallen de drempel van 3% van het bbp overschreed. Dit was het geval voor Italië, dat met 7,4% van het bbp het hoogste tekort in de EU had, Hongarije (-6,7%), Roemenië (-6,6%), Frankrijk (-5,5%), Polen (-5,1%), Malta en Slowakije (beide -4,9%), België (-4,4%), Tsjechië (-3,7%), Spanje (-3,6%) en Estland (-3,4%).

Deze elf landen kunnen verwachten dat de Europese Commissie een buitensporigtekortprocedure tegen hen zal starten, een instrument dat Brussel voor het eerst sinds 2020 weer zal gebruiken, aangezien de regels van het stabiliteits- en groeipact, dat bijna vier jaar was opgeschort vanwege de Covid-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne, in 2024 weer zullen worden toegepast.

Hoewel de EU-27 in december overeenstemming bereikte over nieuwe begrotingsregels, die naar verwachting snel van kracht zullen worden omdat het Europees Parlement ze naar verwachting morgen zal goedkeuren, handhaaft dit nieuwe kader de wetten voor het overschrijden van de limiet van 3% van het bbp-tekort.

De nieuwe regels verplichten landen om een minimale jaarlijkse structurele reductie van 0,5% van het BBP te realiseren, zoals het geval was onder de vorige regels, en voorzien in halfjaarlijkse sancties van 0,5% van het nationale BBP als er geen actie wordt ondernomen om de afwijking te corrigeren.

De voorlopige raming die vandaag is gepubliceerd, is gebaseerd op informatie die door de nationale regeringen aan Eurostat is verstrekt. Zoals gemeld in een persbericht, heeft Eurostat geen bedenkingen bij deze gegevens en heeft ze niet gewijzigd. In het geval van Spanje deelde het ministerie van Financiën het EU-agentschap eind maart mee dat het overheidstekort eind 2023 3,64% van het BBP zal bedragen.

Bron: Agentschappen