Spaanse overheidstekort daalt

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 3 Minuten -

Het overheidstekort is in mei uitgekomen op 17.414 miljoen euro, wat overeenkomt met 1,24% van het bbp en 17,8% lager is dan in de eerste vijf maanden van 2022, volgens gegevens die maandag (31/07/2023) zijn vrijgegeven door het ministerie van Financiën.

De gegevens over de begrotingsuitvoering voor alle overheidsdiensten – met uitzondering van lokale organen – tot mei laten een correctie zien dankzij een sterke stijging van de inkomsten met 9,7% en ondanks het feit dat de uitgaven met 7% stegen.

De centrale overheid had eind mei een tekort van 10,373 miljoen (0,74% van het bbp), 40,3% minder dan in 2022, dankzij belastinginkomsten die werden gestimuleerd door de invoering van nieuwe belastingen op plastic verpakkingen, banken en energie.

Leestip:  Het uitgavenplafond opheffen voor 2025?
Waar ren jij tegen kanker? Ook met een korte afstand kun jij impact maken. Ren mee tegen kanker via een evenement of kies ‘Ren je eigen rondje’. Laat je sponsoren en steun onderzoek, ook bij jou in de buurt.

Het tekort van de autonome gemeenschappen verdubbelde daarentegen tot 6.193 miljoen (0,44% van het bbp), als gevolg van het boekhoudkundige effect van de overdracht van meer dan 3.000 miljoen die de staat in 2022 aan de regio’s heeft gedaan als compensatie voor de wijziging van het btw-stelsel in 2017.

Eind mei hadden alleen Asturië en Baskenland een overschot – respectievelijk 0,14% en 0,05% van het bbp – terwijl de grootste tekorten zich voordeden op de Balearen (1,52% van het bbp) en Valencia (1,32%).

De socialezekerheidsfondsen slaagden erin hun tekort met 25,5% terug te brengen tot 848 miljoen (0,06% van het bbp) dankzij de stijging van de inkomsten uit socialezekerheidsbijdragen.

De Schatkist presenteerde ook gegevens over de uitvoering van de staatsbegroting tot juni, waarin het tekort van deze subsector 24,09 miljard euro bedroeg, 6,6% minder dan in de eerste helft van 2022 en 1,71% van het bbp.

Deze correctie kwam tot stand doordat de stijging van de inkomsten -122.192 miljoen, een stijging met 7,9%- sterker was dan de stijging van de uitgaven -146.282 miljoen, een stijging met 5,2%.

De stijging van de inkomsten was te danken aan de goede prestaties van de belastinginning -101.692 miljoen, een stijging met 5,5%- die profiteerde van de nieuwe belastingen op wegwerpartikelen, banken en energiebedrijven (die 1.685 miljoen bijdroegen) en de wijziging van het belastingconsolidatiesysteem in de vennootschapsbelasting (die 232 miljoen bijdroeg).

Samen met de stijging van de bedrijfswinsten leidde dit tot een stijging van de inkomsten uit vennootschapsbelasting met 14,4%, terwijl de inkomsten uit inkomstenbelasting met 6,1% stegen en de btw-inkomsten stabiel bleven.

Aan de uitgavenkant stegen de overdrachten tussen overheidsdiensten met 9,5%, als gevolg van zowel hogere socialezekerheidsfondsen als de toewijzing aan de autonome gemeenschappen om het negatieve saldo van 2020 te compenseren.

Ook de uitgaven voor intermediair verbruik (+16%, voornamelijk door de 425 miljoen voor het programma voor verkiezingen en politieke partijen), rente (+ 1,5%) en de beloning van werknemers (+ 3,6%) stegen.

Bron: Agentschappen