De sociale rechtbanken zijn er voorstander van dat moeders later komen werken om het werk te combineren met hun kinderen en hen naar school te brengen. De meerderheid van de tien arresten is voorstander van deze optie, op voorwaarde dat het bedrijf geen dwingende redenen heeft aangevoerd die dergelijke flexibele werktijden verhinderen. De meeste arresten erkennen de mogelijkheid van speciale werktijden.
In een van de zaken wordt deze mogelijkheid erkend voor een vrouw die als manager in een groot warenhuis werkt en al een verkorte werkdag had. In december stelde het bedrijf het begin van haar werkdag vast op 6.00 tot 8.30 uur, afhankelijk van het tijdstip. De werkneemster heeft twee kinderen, een van acht en de andere van twaalf, die om negen uur ’s ochtends naar school gaan.
Het bedrijf reageerde op de schriftelijke klachten van de werkneemster met een waarschuwing voor te laat komen en dreigde haar met “strafmaatregelen die wettelijk passend worden geacht”. Als alternatief werd haar aangeboden om half acht te komen en de kinderen om zeven uur bij het centrum achter te laten met de ochtendschooldienst.
De uitspraak beschrijft dit als “onredelijk”: “Dit zou nadelige gevolgen hebben voor het kind, dat twee uur eerder zou moeten opstaan, een maatregel die volstrekt buitensporig is en niet in verhouding staat tot de organisatorische behoeften van het bedrijf”. Hij is van mening dat het bedrijf 30 werknemers heeft en de ploegendiensten kan aanpassen zodat dit tijdsbestek voldoende gedekt is.
De situatie is vergelijkbaar in een ander geval: een moeder met twee kinderen van tien en drie jaar, die minder werkt vanwege de zorg voor haar kinderen en wier partner nachtdiensten draait in hetzelfde bedrijf.
Zij werkt ook in ploegendienst: als zij ’s ochtends aan de beurt is, moet ze voor 6.30 uur komen, de tijd die de vrouw vroeg om altijd te kunnen komen. Het bedrijf voerde aan dat zij het rooster niet kon vaststellen vanwege haar organisatie. Het vonnis houdt opnieuw rekening met het feit dat het centrum meer dan 80 werknemers in dienst heeft en dat het mogelijk is om ploegendiensten te organiseren zonder de werknemer te verhinderen haar werk en gezinsleven te combineren.
In gevallen waarin het verzoek wordt afgewezen, kan het bedrijf bewijzen dat het onmogelijk is om het verzoek in te willigen om redenen van organisatie en werkdruk. Dit gebeurde in een kleiner bedrijf waar acht moeders al minder uren werkten. De uitspraak verwerpt het verzoek van een werknemer die een vaste ochtenddienst wilde en zich niet wilde houden aan de roterende diensten die het bedrijf, dat ook actief is in de detailhandel, hanteert.
Bron: Agentschappen





