Schoolbestuur vraagt om strengere controles

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 5 Minuten -

De Nationale Onderwijsraad heeft de noodzaak benadrukt van strengere controles op openbare onderwijsinstanties om ervoor te zorgen dat door de staat gesubsidieerde scholen “geen extra directe of indirecte financiële bijdragen van gezinnen vragen voor concepten die verband houden met gratis onderwijs”.

Dit staat in het “2024 rapport over de staat van het onderwijssysteem”, dat beschikbaar is voor Europa Press en werd aangenomen door de plenaire vergadering van de Nationale Onderwijsraad.

Het document bevat een reeks voorstellen voor verbetering gericht aan het Ministerie van Onderwijs, Beroepsopleiding en Sport en de onderwijsadministraties. Het benadrukt onder andere de noodzaak om een jaarlijks herzieningsmechanisme in te stellen “dat onderwijsovereenkomsten aanpast aan de werkelijke behoeften van het schoolsysteem in elke autonome gemeenschap, waarbij prioriteit wordt gegeven aan investeringen in het openbare netwerk en de instandhouding van onnodige overeenkomsten wordt vermeden”.

Leestip:  Verschillende nagellakken moeten uit de handel worden genomen
KNMR - Jouw donatie geeft redders de middelen om uit te varen – weer of geen weer

De Consejo Escolar del Estado roept onderwijsbesturen op om gendergelijkheid op scholen te coördineren. Daartoe moet de regelgeving worden uitgebreid om in elke school een docent met deze taak te belasten en moet er een budget komen om het aantal lesuren van deze docenten te verminderen.

In deze context is het voorstander van de bevordering van onderwijspraktijken die de uitgebreide opleiding van mensen aanmoedigen, zodat ze in staat zijn beslissingen te nemen die vrij zijn van gendervooroordelen.

In deze zin zet het zich in om de figuur van de welzijnscoördinator te versterken door in een basisverordening het profiel te definiëren dat deze persoon moet vervullen in overeenstemming met de taken die hem zijn toegewezen, en door zijn specifieke opleiding uit te breiden en zijn lesuren te verminderen zodat hij zijn taken kan uitvoeren.

Het medezeggenschapsorgaan van de onderwijsgemeenschap beveelt het ministerie en de steden Melilla en Ceuta aan om het aanbod van openbare plaatsen in de twee cycli van voorschools onderwijs te vergroten, “omdat het lage aantal leerlingen, het hoge aantal leerlingen per klaslokaal en het feit dat sommige van deze leerlingen een speciale moedertaal hebben (Tamazight en Dariya) speciale aandacht vereisen met meer middelen en een contingent leerkrachten”.

Aan de andere kant stelt ze voor om een gedetailleerd onderzoek uit te voeren naar de groeiende vraag naar beroepsonderwijsprogramma’s en te zorgen voor de nodige openbare plaatsen om aan deze vraag te voldoen.

Om gelijke kansen te bevorderen en niemand achter te laten, beveelt de Consejo Escolar del Estado aan om structurele maatregelen en middelen voor co-existentieplannen op scholen te intensiveren om pesten, met name cyberpesten, en geweld in de schoolomgeving te voorkomen, en om de resultaten van deze plannen systematisch te evalueren, met speciale aandacht voor de meest kwetsbare leerlingen, waaronder leerlingen met een handicap.

Het verslag benadrukt ook de noodzaak om, in overeenstemming met de Autonome Gemeenschappen in de basisverordeningen, de vermindering van het aantal leerlingen per klas aan te pakken op alle onderwijsniveaus en vooral in groepen met leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Het stelt ook voor om de vaststelling van gemeenschappelijke actiecriteria tussen de verschillende onderwijsadministraties te bevorderen om een meer geïndividualiseerde ondersteuning van de leerlingen te garanderen.
Het roept ook op om – in overleg met de autonome gemeenschappen – basisregelingen te bevorderen voor aanvullende diensten, aanvullende activiteiten en buitenschoolse activiteiten die in ieder geval geen winstoogmerk hebben.

Het inspraakorgaan verzoekt het ministerie van Onderwijs, Beroepsopleiding en Sport na te gaan of het raadzaam is dat de onderwijsgemeenschap de verlenging van de leerplicht tot 18 jaar bespreekt.

Het doel is ook om een publiek debat te bevorderen over het model van de schooldag en de lesroosters, waaraan de samenleving in het algemeen kan deelnemen en waaraan de onderwijsgemeenschap, onderwijsbestuurders en deskundigen actief deelnemen. Het doel is “conclusies te trekken die het nemen van maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs vergemakkelijken”.

Het roept ook op om de faciliteiten in door de overheid gefinancierde onderwijscentra zo snel mogelijk te verbeteren om een adequaat niveau van luchtkwaliteit, kamertemperatuur, akoestische duurzaamheid en geluidsreductie te garanderen, volgens de richtlijnen voor energie-efficiëntie in gebouwen die door de Europese Unie zijn opgesteld. Het moedigt nieuwe gebouwen ook aan om hun impact op het milieu tot een minimum te beperken, te streven naar zelfduurzaamheid en, samen met andere elementen, bij te dragen aan het terugdringen van hun energiekosten.

Anderzijds wordt voorgesteld om wet 4/2019 te wijzigen zodat het aanbevolen maximumaantal lesuren per week voor leerkrachten – 23 uur in het kleuter-, basis- en buitengewoon onderwijs en 18 uur in de rest van de onderwijssector – als maximum wordt vastgelegd, wat zal helpen om de ongelijkheden tussen gebieden te verminderen. Over de uitbreiding van deze maatregelen naar alle leerkrachten in door de overheid gefinancierde scholen moet ook worden onderhandeld in de relevante organen.

Wat de middelen betreft, wordt opgeroepen om de onderwijsuitgaven tegen 2025 te garanderen op 5,5% van het bruto binnenlands product (exclusief structuurfondsen) en deze investeringen geleidelijk te verhogen om ze in lijn te brengen met het gemiddelde van de buurlanden.

“Deze verhoging moet een financiële toereikendheid mogelijk maken die in overeenstemming is met de huidige onderwijsbehoeften en -vereisten – zoals uiteengezet in artikel 155 van het LOE – en een basisuitgave per leerling garanderen die het recht van alle leerlingen op inclusief onderwijs van goede kwaliteit garandeert”, aldus het verslag.

Bron: Agentschappen