Porno kijken op het werk geen reden voor ontslag

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 3 Minuten -

Het Hooggerechtshof van Catalonië (TSJC) heeft geoordeeld dat het ontslag van een werknemer die betrapt werd op het kijken naar pornografie op het werk niet gerechtvaardigd was. Het concludeerde dat dit geen voldoende reden was om de arbeidsrelatie te beëindigen als er geen bewijs was van verminderde prestaties.

Met deze uitspraak bevestigt het Catalaanse Hooggerechtshof de beslissing van een arbeidsrechtbank in Granollers (Barcelona), die de werknemer in het gelijk had gesteld die in juni 2022 was ontslagen nadat een collega hem bij het bedrijf had aangegeven omdat hij op zijn werkplek masturbeerde terwijl hij pornografische websites op internet bekeek.

Leestip:  Guardia Civil en Policía Nacional krijgen een nieuwe outfit
Waar ren jij tegen kanker? Ook met een korte afstand kun jij impact maken. Ren mee tegen kanker via een evenement of kies ‘Ren je eigen rondje’. Laat je sponsoren en steun onderzoek, ook bij jou in de buurt.

Het bedrijf ontsloeg de werknemer, die werd vertegenwoordigd door advocaat José María Esteban van SAMMOS Legal, wegens schending van de goede trouw en verminderde arbeidsprestaties nadat het door de observatie van bewakingscamera’s had vastgesteld dat de werknemer tijdens zijn werkdag masturbeerde terwijl hij pornografisch materiaal op internet bekeek.

De uitspraak acht het niet voldoende bewezen dat de werknemer masturbeerde tijdens zijn werkuren, maar gaat ervan uit dat hij pornografie bekeek op zijn werkplek, een van de rest van de kantoren geïsoleerde ruimte. De TSJC oordeelt echter dat het bekijken van pornografisch materiaal op zichzelf een “ernstige en verwijtbare schending van de contractuele loyaliteitsplicht” is, die de werknemer recht geeft op ontslag.

Voor de rechtbank is het weliswaar begrijpelijk dat de werknemer niet voldeed aan zijn “fundamentele plicht om zich tijdens de werkdag uitsluitend te wijden aan de uitvoering van zijn diensten en deze tijd niet te gebruiken voor andere doeleinden die geen verband houden met zijn professionele taken”, maar deze schending “bereikt niet het niveau van ernst dat de werkgever het recht geeft om disciplinaire maatregelen te nemen”.

De uitspraak zegt verder dat om de ernst van het gedrag van de eiser te bepalen, het noodzakelijk is om de bijzondere omstandigheden van de handeling, de plaats waar deze plaatsvond en de middelen en instrumenten die door de werknemer werden gebruikt, te onderzoeken. In het onderhavige geval redeneert de TSJC dat de werknemer zijn praktijken niet heeft “gedemonstreerd” aan andere collega’s en dat niet is vastgesteld dat hij de computer van het bedrijf heeft gebruikt om toegang te krijgen tot het pornografische materiaal, zodat “het strafbare feit van de werknemer niet gepaard gaat met andere strafbare feiten die de ernst ervan bepalen”.

De uitspraak voegt eraan toe dat het niet duidelijk is hoe “vaak” de werknemer pornografie heeft bekeken, aangezien de “frequentie” die in de ontslagbrief wordt genoemd niet kon worden bewezen.

Bron: Agentschappen