Paus Franciscus ontmoette vandaag (23/06/2023) bijna 200 artiesten uit de hele wereld op het prachtige podium van de Sixtijnse Kapel en drong er bij hen op aan om de armen niet te vergeten, want ook zij “hebben kunst en schoonheid nodig” en “om stem te geven aan hun stille schreeuw”.
“Voordat ik afscheid neem, wil ik iets zeggen dat me na aan het hart ligt. Ik wil u vragen de armen, die de lievelingen van Christus zijn, niet te vergeten op alle manieren waarop men vandaag arm is. De armen hebben ook kunst en schoonheid nodig,” zei Franciscus tegen de schrijvers, schilders, zangers en andere kunstenaars die onder andere uit Spanje, Mexico, Argentinië en Brazilië kwamen.
Franciscus herinnerde eraan dat “sommigen zeer harde vormen van ontbering ervaren in het leven en daarom meer nodig hebben. Ze hebben meestal geen stem om zich te laten horen,” en daarom vroeg hij hen om “hun stille schreeuw te vertolken.” “Ik wens dat jullie werken de mannen en vrouwen van deze aarde waardig zijn en eer geven aan God, die de Vader van allen is, die allen zoeken, zelfs door middel van kunst,” besloot hij, en begroette vervolgens de aanwezigen een voor een, slechts enkele dagen nadat hij was ontslagen van een operatie voor een hernia.
In zijn lange toespraak riep de paus de aanwezigen ook op om “te vluchten voor de suggestieve kracht van die zogenaamd kunstmatige en oppervlakkige schoonheid die vandaag de dag wijdverspreid is en vaak medeplichtig aan de economische mechanismen die ongelijkheid genereren” en die “een valse cosmetische schoonheid is, een make-up die eerder verbergt dan onthult”.
Hij bedankte kunstenaars omdat ze “ook de bewakers zijn van de ware religieuze betekenis, die soms gebagatelliseerd of gecommercialiseerd wordt”. “Door zieners, wakers en kritische gewetens te zijn, voelen jullie dat jullie bondgenoten zijn voor zoveel dingen die mij dierbaar zijn, zoals de verdediging van het menselijk leven, sociale rechtvaardigheid voor de minstbedeelden, de zorg voor ons gemeenschappelijk huis en het besef dat we allemaal broeders en zusters zijn,” zei hij. “Kunst kan nooit een verdovend middel zijn; het geeft rust, maar het verdooft het geweten niet, het wekt het op. Jullie, de kunstenaars, proberen vaak zelfs de onderwereld van het mens-zijn te doorgronden, de afgronden, de donkere plekken. Wij zijn niet alleen licht, en daar herinneren jullie ons aan; maar het is noodzakelijk om het licht van hoop te werpen in de duisternis van de mensheid, van individualisme en onverschilligheid. Help ons om het licht te zien, de schoonheid die redt,” zei hij.
In wat hij beschreef als een “tijdperk van ideologische kolonisatie door de media en van verscheurende conflicten”, riep de paus kunstenaars op om “het principe van harmonie te cultiveren om meer te leven in onze wereld”.
Het evenement markeerde de 50e verjaardag van de opening van de collectie moderne en hedendaagse kunst van de Vaticaanse Musea en herdenkte een reeks pauselijke ontmoetingen met kunstenaars, waarvan de eerste dateert uit 1964, toen Paulus VI opriep tot een hernieuwde vriendschap tussen de Kerk en kunstenaars onderling. Onder de aanwezigen in de Sixtijnse Kapel waren de Mexicaanse kunstenaars Bárbara Gil, Alejandra Gómez Macchia en Brenda Lozano, de Argentijnen Leandro Erlich, Raúl Gabriel en Pablo Reinoso, en de Spanjaarden Javier Cercas, Cristina Morales en Vicente Amigo.
Bron: Agentschappen
