Facua Consumenten in Actie herinnert alle passagiers die mogelijk getroffen worden door de staking van het grondpersoneel van Iberia die gepland staat voor begin dit jaar eraan dat ze recht hebben op een compensatie van maximaal 600 euro, evenals terugbetaling van hun ticket en de kosten die ze moesten betalen als hun vlucht geannuleerd werd.
De vakbonden UGT en CCOO bij Iberia hebben aangekondigd dat ze er uiteindelijk niet in geslaagd zijn om tot een akkoord te komen met de luchtvaartmaatschappij, dus ze handhaven de stakingsoproepen voor de dagen van 5 tot 8 januari. Oorspronkelijk was de staking uitgesteld na bemiddeling door de overheid, maar uiteindelijk is het niet gelukt om tot een akkoord te komen. De vereniging herinnert eraan dat de Europese verordening voorziet in een reeks compensaties in geval van annulering van vluchten.
In de verordening staat: “Passagiers ontvangen een compensatie van 250 euro voor vluchten tot 1.500 kilometer, 400 euro voor intracommunautaire vluchten van meer dan 1.500 kilometer en voor alle andere vluchten tussen 1.500 en 3.500 kilometer, en 600 euro voor alle andere vluchten”. Het herinnert de luchtvaartmaatschappij er ook aan dat een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) van april 2018 stelt dat een staking van werknemers niet onder het begrip “buitengewone omstandigheden” valt – waardoor het bedrijf vrijgesteld is van het betalen van de bedragen – zodat het bedrijf niet kan weigeren de gevraagde compensatie te betalen.
Een van de uitzonderingen is dat luchtvaartmaatschappijen geen compensatie hoeven te betalen als gebruikers “ten minste twee weken voor de geplande vertrektijd” of “tussen twee weken en zeven dagen voor de geplande vertrektijd” op de hoogte worden gesteld van de annulering en alternatief vervoer krijgen aangeboden waarmee ze niet meer dan twee uur voor de geplande vertrektijd kunnen vertrekken en minder dan vier uur na de geplande aankomsttijd op hun eindbestemming aankomen”.
Of als ze “minder dan zeven dagen voor de geplande vertrektijd op de hoogte worden gesteld en een alternatieve vlucht wordt aangeboden waarmee ze maximaal één uur voor de geplande vertrektijd kunnen vertrekken en minder dan twee uur na de geplande aankomsttijd op hun eindbestemming aankomen”.
Luchtvaartmaatschappijen kunnen deze compensatiebedragen met 50% verminderen als zij de passagier een andere vlucht aanbieden met een aankomsttijd die niet meer dan twee uur afwijkt van de oorspronkelijke vlucht voor alle vluchten met een afstand tot 1.500 kilometer, meer dan drie uur voor alle intracommunautaire vluchten met een afstand van meer dan 1.500 kilometer en meer dan vier uur voor alle andere vluchten met een afstand tussen 1.500 en 3.500 kilometer.
In een ander arrest van mei 2017 oordeelde het EHJ dat het recht op dergelijke compensatie ook geldt voor gevallen waarin de vlucht niet wordt geannuleerd, maar een vertraging van meer dan drie uur heeft bij aankomst op de eindbestemming.
Facua wijst er ook op dat wie getroffen wordt door een mogelijke annulering altijd recht heeft op volledige terugbetaling van het ticket “binnen zeven dagen” of op alternatief vervoer naar de eindbestemming. Daarnaast kunnen gebruikers ook aanspraak maken op alle andere soorten schade die door de annulering is veroorzaakt: Hotels, pakketreizen, aansluitende vluchten en zelfs morele schade voor het verlies van hun vakantie of een deel ervan, om maar een paar mogelijke gevallen te noemen.
Als de annulering kort voor de vertrektijd van de vlucht plaatsvindt, herinnert de vereniging de passagiers eraan dat de Europese regelgeving de luchtvaartmaatschappijen verplicht om de betrokken passagiers “voldoende voedsel en verfrissingen” aan te bieden, indien nodig hotelaccommodatie en een transfer van de luchthaven naar het hotel.
Bron: Agentschappen
