Een onderzoeker uit Mallorca staat aan de basis van een mogelijk historische doorbraak in de strijd tegen kanker. De uit Manacor afkomstige arts Martí Duran-Ferrer is een van de hoofdauteurs van een studie die een nieuwe methode voorstelt voor het analyseren van de epigenetische sporen die kanker sinds zijn ontstaan in het DNA achterlaat, waardoor de ontwikkeling van de tumor kan worden ontcijferd en het klinische verloop ervan in de toekomst kan worden voorspeld.
De studie, die woensdag (10-09-2025) in het tijdschrift Nature is gepubliceerd, analyseert de ontwikkeling van tumoren bij 2000 patiënten met leukemie en lymfomen.
Het onderzoek werd uitgevoerd door een internationaal team onder leiding van wetenschappers van het Clínic-IDIBAPS in Barcelona en het Cancer Research Institute in Londen. Het werk werd gecoördineerd door Iñaki Martín-Subero, Icrea-onderzoeker en hoofd biomedische epigenomica bij Idibaps, en Trevor Graham, directeur van het Centrum voor Evolutie en Kanker bij het Cancer Research Institute in Londen. De eerste auteurs zijn Calum Gabbutt en Martí Duran-Ferrer uit Mallorca. Andere onderzoekers uit Spanje en Groot-Brittannië, maar ook uit Zweden, Zwitserland en de Verenigde Staten hebben aan het onderzoek meegewerkt. Durán Ferrer is een internationaal gerenommeerd onderzoeker op het gebied van de biogeneeskunde, die bijna vier jaar geleden door de Fundació Pfizer werd onderscheiden.
Kanker ontstaat niet pas op het moment van de diagnose, maar ontwikkelt zich vaak jarenlang onopgemerkt, waarbij het echter sporen achterlaat. Net als bij de zwarte doos van een vliegtuig, die vluchtgegevens zoals herkomst, richting en snelheid registreert, hebben onderzoekers ontdekt dat het ontwikkelingsproces van kanker in het epigenoom is gecodeerd.
Het epigenoom van een levend wezen is de verzameling chemische veranderingen – epigenetische markeringen – die als schakelaars bepalen hoe, waar en wanneer het DNA tot expressie komt. Concreet hebben de onderzoekers waargenomen dat het ontwikkelingsproces van kanker gecodeerd is in een speciaal soort epigenetische markering, de zogenaamde fluctuerende methylering.
Hoewel methylering traditioneel werd beschouwd als een schakelaar die de expressie van genen activeert of deactiveert, toont deze studie een bijkomende functie van deze modificatie aan. Het onderzoeksteam heeft ontdekt dat de oorspronkelijke cel waaruit de tumor is ontstaan, een unieke methylatiesignatuur achterlaat. Deze vingerafdruk onthult niet alleen de identiteit van de tumorcellen, maar verandert ook naarmate de tumor groeit en zich diversifieert.
Dankzij geavanceerde wiskundige modellen zijn de onderzoekers erin geslaagd deze methylatiepatronen te ontcijferen en zowel de oorsprong als de ontwikkeling van de tumor met een ongekende nauwkeurigheid te reconstrueren, wat volgens de onderzoekers ook een voorspelling van het verdere verloop van de ziekte mogelijk maakt.
Uitgaande van de hypothese dat kennis van het verleden van een kanker het mogelijk maakt om de klinische toekomst ervan te voorspellen, werd het ontwikkelde algoritme, EVOFLUx genaamd, toegepast op 2.000 monsters van patiënten met verschillende soorten leukemie en lymfomen.
Dankzij de toegang tot geanonimiseerde medische dossiers konden de onderzoekers de ontwikkeling van de tumor tot nu toe in verband brengen met de agressiviteit ervan. “Met deze nieuwe tool kunnen we het verleden van de kanker lezen en te weten komen wanneer de tumor is ontstaan, hoe snel hij is gegroeid en of de tumor cellulaire diversiteit heeft veroorzaakt”, benadrukt de coördinator van de studie, Iñaki Martín-Subero.
Volgens de wetenschapper, die hoofd is van de groep voor biomedische epigenomica bij IDIBAPS, “is dit niet alleen belangrijk om de biologie van kanker beter te begrijpen, maar heeft het ook klinische toepassingen”.
“Het voorspellen van het ziekteverloop bij elke individuele patiënt is een grote stap in de richting van een gepersonaliseerde behandeling”, aldus Trevor Graham, directeur van het Centre for Evolution and Cancer bij het Cancer Research UK Institute in Londen.
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Spaanse Kankerstichting (AECC), de Engelse stichting Cancer Research UK, de stichting “La Caixa”, de Europese Onderzoeksraad (ERC) en de Amerikaanse gezondheidsinstituten.
Bron: agentschappen





