Het werkloosheidspercentage in de eurozone bedroeg afgelopen juni 6,4%, het laagste in de historische reeks, net als in de twee voorgaande maanden, terwijl het in de EU als geheel ook voor de derde maand op rij een historisch dieptepunt van 5,9% bereikte, volgens gegevens van Eurostat. Hiermee ligt de werkloosheid in de eurozone één procentpunt onder het niveau van voor de pandemie. In februari 2020 bedroeg de werkloosheid in de eurozone 7,4 procent. Het Europese bureau voor de statistiek schat dat er in juni 12,802 miljoen mensen werkloos waren in de EU, waarvan 10,814 miljoen in de eurozone.
Dit betekent een maandelijkse daling van 2.000 werklozen in de EU en 62.000 in de eurozone. Vergeleken met juni 2022 daalde de werkloosheid in de EU met 387.000 en in de eurozone met 441.000. In de EU-27 werd de hoogste werkloosheid genoteerd in Spanje met 11,7%, Griekenland met 11,1%, Litouwen en Zweden met elk 7,5%. De laagste werkloosheid werd daarentegen genoteerd in Malta met 2,6%, Polen en Tsjechië met elk 2,7% en Duitsland met 3%.
Het werkloosheidscijfer voor jongeren onder de 25 jaar daalde in juni in de eurozone van 14% naar 13,8%, terwijl het in de EU als geheel met een tiende procentpunt steeg naar 14,1%.
In absolute cijfers kwam het aantal werkloze jongeren in de EU in de zesde maand van het jaar uit op 2,73 miljoen, waarvan 2,2 miljoen in de eurozone. In Spanje waren in juni 2023 2,79 miljoen mensen werkloos, waarvan 464 000 jonger dan 25 jaar. Daarmee was de jeugdwerkloosheid in Spanje met 27,4% de hoogste in de EU-27, vóór Griekenland met 23,6% en Zweden met 21,3%.
Bron: Agentschappen
