Volgens een onderzoek van de Organisatie van Consumenten en Gebruikers naar de kosten van boodschappenmandjes is Palma op Mallorca de duurste stad in Spanje, samen met Getxo, Madrid en Las Palmas. Aan de andere kant van de schaal zijn Teruel en Córdoba de steden met de goedkoopste boodschappenmandjes, terwijl de autonome regio’s La Rioja, Galicië en Murcia de goedkoopste prijzen hebben, terwijl de Canarische Eilanden en de Balearen het duurst zijn.
Het goederenmandje in Spanje is het afgelopen jaar met 14,1% gestegen, met een gemiddelde jaarlijkse uitgave van 6.019 euro, maar het is mogelijk om gemiddeld 1.056 euro per jaar te besparen door in dezelfde stad te winkelen, afhankelijk van de gekozen supermarkt, ondanks de prijsstijgingen.
Deze stijging van gemiddeld 14,1% is iets lager dan de inflatie van 15,4% vorig jaar, volgens het jaarlijkse onderzoek van het OCU, dat 1.108 winkels in 65 steden en online supermarkten bezocht. Tijdens het bezoek verzamelde de OCU 155.489 prijzen voor een “goederenmandje” bestaande uit 236 producten uit 16 verschillende categorieën, waaronder vers voedsel (fruit, groenten, vlees en vis), verpakte levensmiddelen, hygiëneproducten en drogisterijproducten van zowel toonaangevende fabrikanten als huismerken.
In de afgelopen twee jaar zijn de prijzen voor het mandje als geheel met 30,8% gestegen, wat volgens het dossier een “ingrijpende invloed” heeft gehad op het koopgedrag van consumenten.
De productinflatie treft 90% van de 236 onderzochte producten: Het is een homogenere stijging, met meer productsoorten onder de belangrijkste stijgers dan vorig jaar. Suiker (65,7%), gecondenseerde melk (61,4%), wortelen (56,1%) en diepvriesfriet (49,7%) zijn allemaal sterk gestegen. Van de weinige producten die zijn gedaald, voeren zonnebloemolie (-39,8%), bananen van de Canarische Eilanden (-34,8%) en verse kaas (-21,2%) de lijst aan.
De prijsstijgingen treffen alle supermarkten, maar niet alle ketens hebben ze even hard doorberekend. Volgens de enquêtegegevens zijn van de grote ketens E. Leclerc (16,8%), Supeco (15,8%), Carrefour Express (15,3%) en BM Urban (15,1%) de ketens met de grootste prijsstijgingen, terwijl aan de andere kant Eroski City (8,8%), Eroski (8,1%) en de Masymas-keten (8%) de laagste stijgingen hebben.
Uit het rapport blijkt dat de gemiddelde nationale besparing dit jaar €1.056 bedraagt, een stijging van 6,2%, als gevolg van hogere huishoudelijke uitgaven als gevolg van de prijsstijging, die de overhand heeft gekregen op de grotere homogeniteit van de prijzen tussen vestigingen. Deze gemiddelde besparing komt overeen met 17,5% van het budget van het gemiddelde huishouden voor de mand.
Er zijn echter ‘opmerkelijke’ verschillen tussen de steden als gevolg van de grotere of kleinere schaal en diversiteit van het aanbod. De grootst mogelijke besparing wordt bijvoorbeeld bereikt in Madrid, waar 3.928,43 euro wordt bespaard, gevolgd door Gijón (1.871,1 euro), Valencia (1.814,98 euro) en Zaragoza (1.773,32 euro). De inwoners van Cuenca besparen daarentegen het minst, met een verschil van 430,25 euro per winkel, gevolgd door Puertollano (507,2 euro) en Cartagena (507,82 euro).
Van de door de OCU bezochte winkels waren de nu klassieke Alcampo hypermarkt in Coia in Vigo en de Alcampo hypermarkt in Murcia het goedkoopst, gevolgd door vijf andere hypermarkten van dezelfde keten in Vigo, Castellón, Teruel, Valencia en Gijón. De eerste winkel die niet tot deze keten behoort en een van de goedkoopste is, is de Dani supermarkt in Plaza Poeta Garcilaso in Granada. De duurste winkels zijn weer twee filialen van de Sánchez Romero-keten in Calle Arturo Soria en Calle Castelló in Madrid.
Voor consumenten die niet in de bezochte steden wonen, stelt de OCU een ketenindex samen waarmee ze het prijsniveau van de dichtstbijzijnde supermarkten kunnen vaststellen. Volgens deze index zijn de goedkoopste ketens Dani (Granada en Jaén) en Más Ahorro (Córdoba), terwijl Family Cash en Alcampo de goedkoopste zijn in de nationale ranglijst. Aan de andere kant zijn Coaliment, El Economato (Asturië), Amazon en Sánchez Romero de duurste ketens.
OCU-woordvoerder Enrique García benadrukte dat het dossier de “continuïteit van de sterke stijging” van voedselprijzen en -uitgaven laat zien. Hij wees er ook op dat de “uniformiteit” van het prijsstijgingsbeleid van de supermarkten te wijten is aan de “zeer aanzienlijke stijging van de productiekosten”, waarbij hij opmerkte dat deze prijsstijging “vooral nadelig” is voor gezinnen met minder middelen. Een stijging van de uitgaven die gepaard gaat met een verlies aan koopkracht, omdat het kopen van hetzelfde mandje goederen betekent dat “een groter deel van het gezinsbudget moet worden uitgegeven”.
Als gevolg hiervan zijn “veel huishoudens” gedwongen om meer verwerkte producten en minder verse producten te kopen, waardoor de kwaliteit van de voeding “is verslechterd”, aldus de OCU.
Bron: Agentschappen





