De secretaris-generaal van de UGT, Pepe Álvarez, heeft verklaard dat het bereiken van een interprofessioneel minimumloon (SMI) van ongeveer 1.200 euro per maand en de verlaging van de wettelijke maximale werktijd tot 35 uur per week een van de prioriteiten van de vakbond is voor de volgende zittingsperiode.
De UGT-leider verzekerde op een persconferentie dat de 1.080 euro bruto waarop het SMI is vastgesteld in 2023 niet 60% van het gemiddelde loon in het land vertegenwoordigt en eiste dat de statistieken van de belastingdienst worden gebruikt om het te bepalen, volgens welke het gemiddelde loon in 2022 28.301 euro bedroeg, wat een SMI van 1.213 euro per maand zou betekenen.
Álvarez pleitte ook voor een wetswijziging zodat de SMI – net als de pensioenen – elk jaar automatisch wordt geherwaardeerd op basis van de ontwikkeling van het gemiddelde loon.
Wat de verkorting van de arbeidstijd betreft, roept de UGT op om de wettelijke maximale arbeidstijd te verlagen van 40 naar 35 uur per week en vervolgens te proberen om in collectieve onderhandelingen specifieke afspraken te maken voor 32 uur, omdat het “moeilijk” is om 32 uur direct te legaliseren vanwege concurrentieproblemen en sectorale verschillen.
“In 40 jaar is de werkdag onaangeroerd gebleven, terwijl de productiviteit aanzienlijk is toegenomen en dat moet worden weerspiegeld in de wettelijke werktijden,” zei hij.
De andere actielijnen van de vakbonden zijn het verbeteren van het werkgelegenheidsbeleid, het vinden van oplossingen voor langdurig werklozen en het aanpakken van de kosten van ontslagen, zodat ze echt afschrikwekkend en herstellend zijn.
Bron: Agentschappen
