Werknemers op de Balearen hebben tussen 2017 en 2022 1,9% van hun koopkracht verloren. Dit is de op vier na kleinste daling onder Spaanse regio’s en minder dan het verlies voor Spanje als geheel, dat 2,5% bedroeg. Volgens de 11e Adecco Salary Monitor, gepubliceerd op donderdag (20/07/2023), zijn de Balearen de zesde gemeente waar werknemers het meest verdienen, met een gemiddeld maandsalaris van €1.721 in 2022.
Het gemiddelde salaris van de Spanjaarden zal met 4% stijgen tot 1.822 euro bruto per maand in 2022, de op één na hoogste stijging sinds 2008, maar tegelijkertijd heeft het 4% aan koopkracht verloren omdat de prijzen twee keer zoveel zijn gestegen als de salarissen. Vergeleken met vijf jaar geleden is het gemiddelde salaris met 11,2% gestegen (183 euro meer per maand), maar is de koopkracht ervan met 2,5% gedaald (44 euro minder).
In dezelfde periode is de koopkracht van het gemiddelde loon van deeltijdwerkers met 2,4% gestegen, terwijl de koopkracht van voltijdwerkers met 4,3% is gedaald. Het gemiddelde loon van een deeltijdse werknemer bedroeg in 2022 €863 bruto per maand, terwijl een voltijdse werknemer €2.095 bruto ontving.
Alle autonome gemeenschappen hebben tussen 2017 en 2022 aan koopkracht ingeboet, met de grootste daling in Castilla-La Mancha (-6,1%), terwijl Catalonië de kleinste daling kende (-0,4%), aldus het rapport, dat gebaseerd is op gegevens van de INE kwartaalenquête naar de loonkosten en Eurostat.
Het gemiddelde loon in de dienstensector steeg het meest in 2022, met 4,3% tot €1.790 bruto, de enige sector boven het gemiddelde. De op een na hoogste stijging vond plaats in de industrie met 3,4% tot €2.040 bruto, gevolgd door de bouw met een stijging van 2,9% en een gemiddelde van €1.751.
Binnen de dienstensector springt de horeca eruit als de sector met de laagste lonen (1.186 euro bruto), maar met de hoogste stijging van 28,4%, waarmee de lonen terugkeren naar het niveau van voor de pandemie. De bouwsector werd het zwaarst getroffen met een koopkrachtverlies van 5% (85 euro minder per maand), gevolgd door de industrie met een daling van 4,6% (91 euro minder). De minst getroffen sector was de dienstensector met een koopkrachtverlies van 3,8%.
Bron: Agentschappen




