Palma op Mallorca blijft in 2021 met 26 % de stad met het hoogste percentage voortijdige schoolverlaters, hoewel dit cijfer is gedaald ten opzichte van 36,7 % in 2011. De Balearen zijn met 25,6 % de vierde provincie van Spanje waar dit fenomeen zich voordoet, waarbij een op de vier leerlingen wordt getroffen.
Uit een rapport van de stichtingen Ramón Areces en Sociedad y Educación blijkt dat van de twaalf grootste Spaanse steden in 2021 het percentage voortijdige schoolverlaters in Bilbao met 9,6 % bijzonder laag is, terwijl het hoogste percentage met 26 % in Palma wordt geregistreerd.
Het percentage voortijdige schoolverlaters in het zuiden van Spanje en op de eilanden ligt meer dan 30 % hoger dan in de provincies in het noorden en noordwesten van het schiereiland, met inbegrip van Madrid, waar een hoger inkomen per hoofd van de bevolking en minder immigratie deze barrière kenmerken. Zowel het bbp van een regio als de economische activiteit, het aandeel buitenlanders of jongeren die bij hun ouders wonen en een diploma hoger onderwijs hebben, zijn namelijk van invloed op het percentage voortijdige schoolverlaters (personen tussen 18 en 24 jaar die het lager secundair onderwijs niet hebben afgerond en geen vervolgopleiding volgen).
Uit de meest recente gegevens van het ministerie van Onderwijs blijkt dat het percentage voortijdige schoolverlaters in 2024 drastisch is gedaald tot 13 %, terwijl dit tien jaar geleden nog 22 % was. Er zijn echter enorme verschillen tussen de autonome regio’s, provincies en zelfs tussen steden binnen dezelfde regio. Dit blijkt uit het rapport “La geografía del abandono escolar temprano en España” (De geografie van het voortijdig schoolverlaten in Spanje), dat dinsdag is gepubliceerd door de stichtingen Ramón Areces en Sociedad y Educación en waarin deze verschillen en de factoren die hieraan ten grondslag liggen worden geanalyseerd op basis van de volks- en woningtelling van 2011 en 2021.
Zo schommelde het percentage voortijdige schoolverlaters in Spanje in 2021 tussen 7,5 % in Guipúzcoa en 32,9 % in Almería, wat een grotere spreiding is dan tussen de landen van de Europese Unie (2 % in Kroatië en 16,6 % in Roemenië). Over het algemeen zijn de schooluitvalpercentages in het noorden en noordwesten van het land aanzienlijk lager, met een bijzonder lage frequentie in de drie Baskische provincies, terwijl het schooluitvalpercentage het hoogst is in het zuiden, op de eilanden en in de twee autonome steden Ceuta en Melilla.
Bovendien zijn er binnen de afzonderlijke regio’s verschillen tot 30 %, terwijl het percentage voortijdige schoolverlaters in Barcelona in 2021 16,6 % bedroeg, in Gerona 25,8 %, in Tarragona 21 % en in Lérida 20,4 %. Andalusië is een ander voorbeeld van deze heterogeniteit: terwijl het schooluitvalpercentage in Córdoba 15,8 % bedroeg, steeg het in Almería tot 32,9 % en in Huelva tot 26,8 %. Volgens de studie hebben de gebieden Almería, Murcia en Alicante, die tot drie verschillende autonome regio’s behoren, de hoogste schooluitvalpercentages van het land.
Van de twaalf grootste Spaanse steden is het percentage voortijdige schoolverlaters volgens gegevens uit 2021 bijzonder laag in Bilbao (9,6 %), terwijl het hoogste percentage wordt geregistreerd in Palma (26 %).
De daling van het percentage voortijdige schoolverlaters tussen de provincies was de afgelopen tien jaar zeer uiteenlopend. In Navarra, Lérida, Lugo, Zaragoza en Huesca bedroeg de daling iets minder dan 10 procentpunten, terwijl deze in Ceuta en Cáceres meer dan 20 procentpunten bedroeg.
In Cáceres daalde het percentage van 36,6 % in 2011 tot 15,6 % in 2021 en in Badajoz van 37,1 % tot 18,3 %. Córdoba, een provincie aan de grens met Extremadura, noteerde eveneens een daling van 19 procentpunten. Toledo (daling met 19,4 procentpunten), Albacete (16,6 procentpunten), Pontevedra (16,7 procentpunten), Ceuta (23,7 procentpunten), Melilla (18,4 procentpunten) en Las Palmas de Gran Canaria (15,4 procentpunten) zijn enkele van de provincies waar het aantal voortijdige schoolverlaters het sterkst is gedaald. Daarentegen zijn Huesca en Zaragoza de provincies waar het percentage het minst is gedaald (met ongeveer 8,5 punten).
De daling van het percentage voortijdige schoolverlaters in Catalonië en Madrid was gematigd. In Madrid bedroeg deze 10,3 procentpunten en de vier Catalaanse provincies behoren tot de 50 % van de provincies waar het percentage voortijdige schoolverlaters de afgelopen tien jaar het minst is gedaald. Van de twaalf grootste steden kende Córdoba de sterkste daling in het afgelopen decennium, gevolgd door Málaga, Murcia, Las Palmas en Bilbao. Barcelona, dat in 2011 de stad met het laagste percentage voortijdige schoolverlaters was, staat nu op de derde plaats met een daling van meer dan 15 procentpunten.
Het voortijdig schoolverlaten is hoger in provincies met een lager bbp per hoofd van de bevolking. Het verschil van ongeveer 20.000 euro in het inkomen per hoofd van de bevolking tussen Álava en Málaga gaat gepaard met een daling van het percentage met maximaal 11 procentpunten.
Uit het onderzoek blijkt dat zonder de toename van het aandeel jongeren dat buiten Spanje is geboren en bij een constant aandeel jongeren dat bij hun ouders woont, de daling nog groter zou zijn geweest: met één of anderhalf procentpunt.
De deskundigen vragen om plannen tussen naburige provincies met vergelijkbare situaties en gedifferentieerde maatregelen voor de afzonderlijke regio’s. Deze maatregelen moeten niet alleen betrekking hebben op het onderwijs, maar ook problemen op de arbeidsmarkt aanpakken en van invloed zijn op het gemiddelde gezinsinkomen. Daarnaast zijn specifieke maatregelen nodig voor steeds grotere groepen met een hoog percentage voortijdige schoolverlaters.
Bron: agentschappen




