“Kinderarmoede is echt een zorgwekkend probleem. Spanje staat op de lijst van landen in de Europese Unie met het hoogste percentage, en dat zou volstrekt onaanvaardbaar moeten zijn,” legt Valentina Milano uit, de nieuwe voorzitter van Unicef op de Balearen, wier doel het is om in de komende vier jaar van haar termijn armoede te helpen uitroeien, vooral die armoede die kinderen treft.
Op de Balearen loopt één op de vier kinderen het risico om in armoede te leven. Dat is 22,5% van de bevolking tussen nul en 17 jaar, en 8,6% loopt het risico op ernstige materiële en sociale achterstand in deze gemeenschap. Het nationale gemiddelde ligt op 28% en is daarmee het “hoogste” van alle Europese landen. “Slovenië, Litouwen en Letland zijn de landen met het beste percentage, namelijk 10%, en zij zijn precies degenen die het hardst vechten om kinderarmoede uit te roeien,” zegt Milano.
Positief is dat de situatie in Spanje de afgelopen jaren is verbeterd dankzij de verbetering van de armoedebestrijdingsmaatregelen, maar dit is niet genoeg: “Er is een verbetering in deze indices tussen 2014 en 2020, waar kinderarmoede is gedaald met 4%, maar dit is weinig als je bedenkt dat de landen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) erin zijn geslaagd om het percentage met 8% te verlagen”, meldt Valentina Milano in het laatste rapport van de organisatie.
Het werk van de regionale voorzitter is gericht op het ontdekken van de strategieën die door Unicef Spanje worden voorgesteld. Tijdens de laatste bijeenkomst die ze bijwoonde in Madrid, werden verschillende prioriteiten vastgesteld, waaronder kinderarmoede en migrantenkinderen. Een ander aspect dat elke gemeenschap zal aanpakken zijn kinderen in de digitale omgeving en geestelijke gezondheid.
Unicef is voorstander van strategieën die zich uitsluitend op kinderen richten omdat, zoals Valentina Milano ons eraan herinnert, “andere landen met lagere kinderarmoedecijfers zich meer op kinderen hebben gericht dan op armoedebestrijdingsmaatregelen – in het algemeen”. En ze werken.
Aan de andere kant benadrukt ze gezinsuitkeringen die zich richten op huishoudens als een aanbevelenswaardige maatregel. “Het is waar dat er enkele zijn, maar die zijn op een algemeen niveau gemaakt, zoals het minimuminkomen of de verhoging van het interprofessioneel minimumloon”. Deze toezeggingen zijn zo recent dat we de resultaten voor kinderen nog niet hebben gezien. Daarom herinnert de organisatie aan het belang van het verbeteren van de toegang tot basisvoorzieningen, zoals onderwijs van 0 tot 3 jaar, en is ze van mening dat het noodzakelijk is om een universele onderwijstoelage in te voeren.
Bron: Agentschappen
