Het Hooggerechtshof heeft bevestigd dat de LGBTI-vlag op openbare gebouwen mag wapperen, wat de deur opent voor een rechtbank in Palma om het beroep te verwerpen van de Voorzitter van het Parlement, Gabriel Le Senne, tegen het besluit van het Voorzitterschap van het Parlement om de vlag op de gevel van het gebouw te hangen om Gay Pride Day te vieren.
Het Bureau van het Parlement had met meerderheid van stemmen van de PP en PSIB besloten om de vlag aan de gevel van het gebouw te hangen. Le Senne, die tegen deze maatregel was, beschuldigde de PP van verraad en diende namens hem en Vox een klacht in bij de administratieve rechtbank. De rechtbank heeft zojuist aangekondigd dat ze de aanklacht heeft toegewezen, maar de uitspraak van het Hooggerechtshof laat weinig speelruimte in de zaak.
Het Hooggerechtshof ziet geen belemmering voor het uithangen van de regenboogvlag ter gelegenheid van de viering van 28 juni, zowel in de Diputación de Aragón als in het gemeentehuis van Valladolid, aangezien deze vlag niet is opgericht om andere officiële vlaggen te vervangen of ondergeschikt te maken, noch een teken of symbool van partijpolitieke betekenis is, noch enige vorm van confrontatie voorstaat.
Het Hooggerechtshof is van mening dat het een erkenning is van de gelijkheid tussen mensen, een waarde die wordt erkend door de Grondwet en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het concludeert daarom dat de maatregel “niet in strijd is met het vereiste van objectiviteit van overheidsdiensten noch met de neutraliteit die zij moeten handhaven, maar in overeenstemming is met de maatregelen die zij moeten implementeren om de gelijkheid te bevorderen achter het symbool dat het geschil heeft uitgelokt”.
Bron: Agentschappen



