Het ministerie van Werkgelegenheid heeft donderdag (11 september 2025) het ontwerp van een koninklijk besluit tot invoering van de nieuwe registratie van de arbeidstijd en het recht op onbereikbaarheid van werknemers ter openbare raadpleging voorgelegd, minder dan 24 uur nadat het wetsontwerp inzake de verkorting van de arbeidstijd, dat het nieuwe systeem voor de controle van de arbeidstijd bevatte, in het congres was verworpen.
Minister van Werkgelegenheid Yolanda Díaz bereikt daarmee haar doel om de procedures voor de nieuwe registratie van werktijden los van het wetsontwerp voor de verkorting van de arbeidstijd op gang te brengen. Díaz heeft altijd gezegd dat werkgevers niet zozeer bang zijn voor de verkorting van de wekelijkse arbeidstijd tot 37,5 uur, maar wel voor de invoering van dit nieuwe tijdregistratiesysteem, dat een einde moet maken aan de meer dan 2,6 miljoen onbetaalde overuren die elke week in Spanje worden gemaakt.
Het ontwerp dat het ministerie van Arbeid ter openbare raadpleging heeft voorgelegd, kan vanaf morgen, vrijdag, worden becommentarieerd om de mening van burgers, organisaties en verenigingen te peilen voordat de regeling wordt uitgewerkt. De secretarissen-generaal van de vakbonden CCOO en UGT, Unai Sordo en Pepe Álvarez, hebben donderdag de regering opgeroepen om tijdens de volgende ministerraad de nieuwe arbeidstijdregeling goed te keuren, die zij als “cruciaal” beschouwen om de “massale fraude” door onbetaalde, niet-gerapporteerde en niet-ingeleverde overuren, die elke week in Spanje plaatsvindt, te bestrijden.
In de tekst die ter openbare raadpleging is voorgelegd, verdedigt het ministerie dat de invoering van een werktijdregister tot doel heeft de werknemers te beschermen, “niet alleen met betrekking tot de vergoeding van hun arbeidsverhouding, maar ook met betrekking tot hun recht op naleving van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden, op het evenwicht tussen werk en privéleven en op bescherming van de gezondheid”. Deze overwegingen, zo stelt het, “moeten worden uitgebreid tot het recht op onbereikbaarheid, zonder welke garantie de werknemer eveneens onbeschermd zou zijn in zijn recht om buiten zijn werktijd geen werk te verrichten, en daarmee in zijn recht op gezondheid”.
“Uiteindelijk beoogt het ontwerp van het koninklijk besluit de tekortkomingen van de huidige regeling inzake de registratie van de arbeidstijd, die de doeltreffendheid ervan aantasten, weg te werken, zonder dat overtredingen van de voorschriften en schadelijke overuren, die zo ernstig zijn voor de gezondheid van de werknemers en de eerlijke concurrentie tussen de ondernemingen, op passende wijze worden voorkomen”, aldus het ministerie van Arbeid. Concreet betekent dit dat met de goedkeuring van deze regelgeving een “werkelijk doeltreffend” systeem voor de registratie van werktijden moet worden gewaarborgd, dat is gebaseerd op de beginselen van objectiviteit, betrouwbaarheid en toegankelijkheid, en dat er vormen moeten worden ontwikkeld voor de uitoefening en controle van het recht op onbereikbaarheid.
De uit te werken verordening inzake de registratie van werktijden moet volgens het ministerie van Werkgelegenheid de persoonlijke en directe invoer van de gegevens door de werknemers en de identificatie van onderbrekingen garanderen. “Dit zou de mogelijkheid kunnen rechtvaardigen om elektronische registratie met mechanismen voor identiteitscontrole te eisen”, voegt het ministerie eraan toe. Bovendien moet de totale arbeidstijd worden geregistreerd, waarbij “moet worden aangegeven of het om effectieve arbeidstijd of wachtdienst gaat en of het om normale of overuren gaat”. “Deze classificatie maakt het mogelijk om meer overtredingen van de voorschriften op te sporen, met de bijbehorende juridische gevolgen”, verduidelijkt het.
Tegelijkertijd moet de regelgeving rekening houden met de controle van wijzigingen in de registraties en kan zij specifieke verplichtingen bevatten, zoals dat vakbondsvertegenwoordigers met bepaalde tussenpozen kopieën van de registraties ontvangen of dat zij aanwezig moeten zijn om de registraties te wijzigen. “In sommige gevallen kan dit op zijn beurt interoperabele elektronische toegang en IT-garanties voor de authenticiteit vereisen, zoals tijdstempels”, benadrukt het ministerie van Arbeid, dat ook benadrukt dat de toegang onmiddellijk en, in het geval van elektronische registers, ook op afstand mogelijk moet zijn.
Bovendien verklaart het ministerie dat de regelgeving ook de wijze moet regelen waarop de afzonderlijke registers ter beschikking worden gesteld van werknemers, vakbonden en de arbeids- en sociale zekerheidstoezichthouder.
Het ministerie van Arbeid stelt dat zijn voorstel om een koninklijk besluit uit te vaardigen om deze zaken vast te leggen, “passend” is, aangezien de regelgeving rekening houdt met de fundamentele verplichtingen die momenteel in het werknemersstatuut zijn opgenomen met betrekking tot de controle en registratie van werktijden en -dagen en het recht op onbereikbaarheid. “Gezien de communautaire en nationale jurisprudentie is regulering noodzakelijk om de doeltreffendheid van de Europese en nationale voorschriften te waarborgen”, benadrukt het ministerie.
Anderzijds stelt het ministerie van Arbeid dat de wettelijke regeling van de registratie van de arbeidstijd vanuit formeel en procedureel oogpunt zeker vatbaar is voor een regelgevende invulling, “niet alleen op grond van de algemene machtiging in het werknemersstatuut, maar ook op grond van de specifieke machtiging waarin artikel 34.7 van diezelfde bepaling voorziet”.
“Rekening houdend met de interpretatie van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot de verplichting van de onderneming om de dagelijkse registratie van de arbeidstijd te waarborgen overeenkomstig de huidige bewoordingen van artikel 34.9 van het werknemersstatuut, maakt de geplande regeling het mogelijk om passende procedures en middelen vast te stellen om deze verplichting van de onderneming effectief te waarborgen”, concludeert het ministerie.
Bron: agentschappen


