Is het de moeite waard om meer uit te geven aan een tv met Ultra HD-resolutie? Wetenschappers zijn van mening dat dit onder normale gebruiksomstandigheden niet het geval is, omdat het menselijk oog een beperkt oplossend vermogen heeft en slechts een bepaald aantal pixels kan waarnemen. Bij een hoger aantal pixels levert een scherm meer informatie aan de ogen dan ze kunnen waarnemen.
Dit is aangetoond door onderzoekers van de Universiteit van Cambridge en Meta Reality Labs, die hebben aangetoond dat in een gemiddelde woonkamer en op een afstand van ongeveer 2,5 meter van de tv een Ultra HD-scherm (4K of 8K) met een grootte van 44 inch geen extra voordeel biedt ten opzichte van een scherm van dezelfde grootte met de aanduiding “Quad HD”.
De resultaten van hun werk zijn maandag (27-10-2025) gepubliceerd in Nature Communications. De onderzoekers hebben ook een gratis online calculator ontwikkeld waarin gebruikers de grootte van hun kamer en de afmetingen en resolutie van hun tv kunnen invoeren om te bepalen welk scherm het meest geschikt is voor hun huis.
Meer pixels betekenen niet altijd een betere visuele waarneming, omdat het menselijk oog een resolutielimiet heeft die afhankelijk is van factoren zoals de schermgrootte, de afstand of het centrale of perifere zicht, aldus de onderzoekers. Ze hebben bevestigd dat een hoger aantal pixels weliswaar hogere kosten en een hoger energieverbruik met zich meebrengt, maar niet automatisch een betere kijkervaring oplevert.
“Gezien de grote technische inspanningen om de resolutie van mobiele schermen, augmented reality- of virtual reality-schermen te verbeteren, is het belangrijk om te weten wat de maximale resolutie is waarbij extra verbeteringen geen noemenswaardig voordeel meer opleveren”, aldus Maliha Ashraf, onderzoeker aan het Department of Computer Science and Technology in Cambridge en eerste auteur van de studie.
De onderzoekers hebben ook vastgesteld dat de resolutielimiet van het oog hoger is dan eerder werd aangenomen, maar dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen kleuren- en zwart-witbeelden, omdat de hersenen niet in staat zijn om de details van kleurenbeelden goed waar te nemen, vooral wanneer ze met het perifere zicht worden bekeken.
Bron: agentschappen





