De jaarlijkse inflatie in de eurozone daalde in juni met zes tienden van een procentpunt tot 5,5%, het laagste niveau sinds het begin van de oorlog in Oekraïne in februari vorig jaar. Dit blijkt uit voorlopige gegevens van Eurostat van vrijdag (30/06/2023).
De inflatie daalt nu al acht maanden en is lager dan de 5,9% die eind februari 2022 werd bereikt na het begin van de Russische invasie in Oekraïne, na een piek van 10,6% in oktober vorig jaar. De onderliggende inflatie, die de impact van energie, voedsel, alcohol en tabak uitsluit omdat deze het meest fluctueren en die door de Europese Centrale Bank wordt gebruikt als referentie voor het vaststellen van haar monetaire beleid, steeg echter met een tiende procentpunt tot 5,4%.
Volgens het Communautair Bureau voor de Statistiek was Spanje het tweede EU-land met het laagste geharmoniseerde percentage in juni (1,6%), gelijk aan België en alleen voor Luxemburg (1,0%).
Met uitzondering van Duitsland, waar het cijfer met vijf tienden van een procentpunt steeg tot 6,8%, matigden de prijsstijgingen in alle grote economieën van de EU, met een daling van zeven tienden van een procentpunt tot 5,3% in Frankrijk, met 1,3 procentpunt tot 6,7% in Italië en met vier tienden van een procentpunt tot 6,3% in Nederland. De hoogste inflatie werd opgetekend in Slowakije (11,3%), Estland (9%) en Kroatië (8,3%).
In de eurozone als geheel werd de inflatie in juni vooral aangedreven door de stijging van de prijzen van voedingsmiddelen, alcohol en tabak met 11,7%, hoewel deze afzwakte ten opzichte van de stijging van 12,5% in mei.
Dit werd gevolgd door de prijzen van niet-industriële energieproducten met een inflatie van 5,5%, drie tienden van een procentpunt lager dan in de voorgaande maand, en de prijzen van diensten, die met vier tienden van een procentpunt stegen tot 5,4% ten opzichte van mei. De energieprijzen daalden in juni met 5,6%, vergeleken met een stijging van 1,8% in mei.
Bron: Agentschappen