Microplastics, die kleiner zijn dan 5 millimeter, en nanoplastics, die onzichtbaar zijn voor het blote oog, komen op grote schaal voor. Nieuw onderzoek toont nu hoge concentraties van beide in de placenta’s van te vroeg geboren baby’s, meer dan in placenta’s van op termijn geboren baby’s.
De onderzoekers analyseerden 175 placenta’s met behulp van zeer gevoelige massaspectrometrie; 100 placenta’s werden bij de geboorte genomen en 75 te vroeg (voor 37 weken zwangerschap).
“Dankzij geavanceerde technologie kunnen we microplastics nu nauwkeurig meten op een manier die in het verleden niet mogelijk was,” zei Kjersti Aagaard van het Boston Children’s Hospital en het HCA Institute in een verklaring.
De onderzoekers ontdekten dat de hoeveelheden microplastics en nanoplastics in de premature placenta ‘significant hoger’ waren en veel hoger dan eerder gemeten in bloed.
Dit leidde het wetenschappelijke team tot de conclusie dat kunststoffen zich waarschijnlijk ophopen in de placenta tijdens de zwangerschap, met een grotere blootstelling en ophoping bij premature baby’s.
Bovendien hopen zich volgens het onderzoek niet alleen meer microplastics en nanoplastics op in de placenta tijdens de vroeggeboorte dan tijdens de voldragen geboorte, maar ook in een eerder stadium van de zwangerschap.
“Dit suggereert dat opgestapelde kunststoffen kunnen bijdragen aan het risico op en het optreden van vroeggeboorte,” zegt Aagaard.
In combinatie met andere recente onderzoeksresultaten voegt dit onderzoek toe aan het groeiende bewijsmateriaal, variërend van hartaandoeningen tot mogelijke beroertes, “dat een reëel risico voor de menselijke gezondheid en ziekte door blootstelling aan plastic aantoont”, voegt de onderzoeker toe.
De resultaten van het onderzoek, waarbij ook wetenschappers van de Universiteit van New Mexico betrokken waren, werden gepubliceerd in Pregnancy, het officiële tijdschrift van de Society for Maternal-Fetal Medicine. De details werden ook gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de organisatie.
Bron: Agentschappen
