Het comité van deskundigen dat de regering adviseert over kwesties met betrekking tot het minimumloon (SMI) heeft de opdracht van de tweede vicevoorzitter en minister van Werkgelegenheid Yolanda Díaz uitgevoerd en twee scenario’s gepresenteerd voor een verhoging van dit minimuminkomen tot 2026: één met inkomstenbelasting en één zonder.
Momenteel bedraagt het SMI 1.184 euro per maand voor veertien betalingen. Zoals “El País” vooraf heeft gemeld en bronnen uit de omgeving van de commissie aan Europa Press hebben bevestigd, stellen de deskundigen voor om het SMI voor volgend jaar met 37 euro per maand te verhogen tot 1.221 euro per maand voor veertien betalingen, als wordt besloten om het vrij te blijven stellen van belasting, of met 56 euro per maand te verhogen tot 1.240 euro per maand, als wordt besloten om het te belasten met inkomstenbelasting.
Procentueel gezien zouden deze verhogingen in het eerste geval (zonder belasting) 3,1 % bedragen en in het tweede geval (met belasting) 4,7 %, wat overeenkomt met de aanbevelingen van de deskundigen om het minimumloon op ten minste 60 % van het gemiddelde loon te brengen, zoals vastgelegd in het Europees Sociaal Handvest.
Het voorstel van de deskundigen verschilt van het gezamenlijke voorstel van CCOO en UGT en het voorstel van de werkgeversorganisaties CEOE en Cepyme. Concreet hebben de werkgeversorganisaties een verhoging van het sectoroverschrijdende minimumloon met maximaal 1,5 % tegen 2026 voorgesteld, wat zou neerkomen op een bruto maandsalaris van 1 202 euro in veertien maandelijkse betalingen, die niet vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting.
De vakbonden CCOO en UGT hebben op hun beurt een verhoging van dit minimuminkomen met 7,5 % voorgesteld tot 1.273 euro bruto per maand in veertien maandelijkse betalingen, die onderworpen zijn aan inkomstenbelasting.
Bron: agentschappen





