Geldkaarten voor behoeftige gezinnen – Wie? Hoeveel?

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 2 Minuten -

Vanaf april tot het einde van het jaar zal de regering via het Rode Kruis geldkaarten ter waarde van 130 tot 220 euro per maand uitdelen aan behoeftige gezinnen met kinderen, die ze in supermarkten kunnen inwisselen voor verschillende producten, vooral voedsel en hygiëneartikelen. Op deze manier wordt een nieuw zorgmodel ingevoerd dat wordt gefinancierd met Europees geld en dat de directe levering van voedsel aan deze gezinnen vervangt, zoals overeengekomen met de autonome gemeenschappen voor 2021.

Wie deze hulp aanvraagt, moet kinderen ten laste hebben en in een economisch kwetsbare situatie verkeren. Deze hulp zal in uitzonderlijke gevallen en om humanitaire redenen via het Rode Kruis worden beheerd.

Leestip:  Een luxe boottransportservice lanceren op Mallorca?
Waar ren jij tegen kanker? Ook met een korte afstand kun jij impact maken. Ren mee tegen kanker via een evenement of kies ‘Ren je eigen rondje’. Laat je sponsoren en steun onderzoek, ook bij jou in de buurt.

De geldkaarten worden aan de autonome gemeenschappen uitgedeeld via de bureaus voor maatschappelijk welzijn. Om van de kaart te kunnen profiteren, mag het inkomen van de aanvrager niet hoger zijn dan 40% van het geldende gemiddelde inkomen. De bedragen die via deze kaart kunnen worden ontvangen hangen af van het aantal gezinsleden. De toegekende bedragen zijn als volgt

Eén volwassene en één minderjarige 130 euro per maand.
-Eén volwassene met twee minderjarigen (drie leden) 160 euro per maand.
-Vier leden 190 euro per maand.
-Vijf leden of meer 220 euro per maand

.

De volwassenen hoeven niet per se ouders te zijn, het kunnen ook tantes, ooms, grootouders of andere volwassenen zijn die verantwoordelijk zijn voor de kinderen. Afhankelijk van de behoeften worden de bedragen voor één, twee of drie maanden aangevuld en kunnen ze maximaal één jaar worden bewaard. Gezinnen die deze kaarten ontvangen, kunnen andere hulp blijven krijgen van sociale organisaties, zoals voedselbanken, die blijven werken en worden gefinancierd uit andere bronnen, zoals de 0,7% inkomstenbelasting en andere programma’s.

Bron: Agentschappen