Eurozone boekt groei met gematigde inflatie

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 5 Minuten -

Het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone groeide in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3% en ontwaakte uit zijn winterslaap na een stagnatie in de eerste drie maanden van 2023. Volgens de voorlopige raming van Eurostat nam de inflatie in juli af tot 5,3%, hoewel de onderliggende inflatie op een historisch hoog niveau blijft.

In tegenstelling tot de eurozone stagneerde de bbp-groei in de Europese Unie als geheel tussen april en juni, na een stijging met 0,2% in het eerste kwartaal van het jaar. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2022 groeide het bbp in de eurozone met 0,6% en in de EU met 0,5%. Ondanks de groeiversnelling in de eurozone blijft het groeitempo in de Tw achter bij dat van de Verenigde Staten, dat in het tweede kwartaal met 0,6% groeide, tegen 0,5% tussen januari en maart.

Leestip:  Schorsing van documentregistratie voor voertuigverhuur
KNMR - Jouw donatie geeft redders de middelen om uit te varen – weer of geen weer

Van de EU-landen waarvoor gegevens beschikbaar waren, noteerde Ierland (3,3 procent) de hoogste kwartaalgroei, gevolgd door Litouwen (2,8 procent) en Frankrijk (0,5 procent). Daarentegen werden de slechtste resultaten dit kwartaal genoteerd in Zweden (-1,5 procent), Letland (-0,6 procent), Oostenrijk (-0,4 procent) en Italië (-0,3 procent). De Duitse economie stagneerde ook tussen april en juni, na een krimp van 0,1% in het eerste kwartaal, terwijl Portugal ook geen groei liet zien in het tweede kwartaal, na een groei van 1,6% in de eerste drie maanden van 2023.

Vergeleken met het tweede kwartaal van 2022 werden de hoogste groeipercentages genoteerd in Ierland (2,8%), Portugal (2,3%) en Spanje (1,8%). Daarentegen werden de grootste dalingen op jaarbasis genoteerd in Zweden (-2,4%), Tsjechië (-0,6%) en Letland (-0,5%).

In zijn analyse waarschuwt Ricardo Amaro, senior econoom bij Oxford Economics, dat het herstel van de groei in de eurozone in het tweede kwartaal vrijwel verdwijnt als de volatiele Ierse cijfers buiten beschouwing worden gelaten, waardoor de bbp-groei van de regio zowel in het eerste als in het tweede kwartaal beperkt zou blijven tot 0,1%. “Dit bevestigt dat de economie van de eurozone in het tweede kwartaal traag vooruitgang bleef boeken, waarbij de zwakte van de binnenkomende gegevens wijst op het risico van stagnatie of erger in de tweede helft van het jaar”, aldus het rapport.

Aan de andere kant meldde het bureau voor de statistiek van de EU op maandag (31/07/2023) dat de inflatie op jaarbasis in de eurozone in juli met twee tienden is gedaald ten opzichte van de voorgaande maand, tot 5,3%, de laagste prijsstijging sinds januari 2022, volgens de voorlopige schatting van Eurostat. De vertraging van de prijsstijging in juli was vooral te danken aan een daling van de energiekosten met 6,1%, tegenover 5,6% in juni, terwijl de stijging van de kosten van verse voedingsmiddelen 9,2% bedroeg, twee tienden van een procentpunt hoger dan de maand ervoor.

De prijzen van diensten stegen ook met 5,6% j-o-j, twee tienden meer dan in mei, terwijl de prijzen van niet-energetische industriële goederen met 5% stegen, vijf tienden minder dan de maand ervoor. Als het effect van energie buiten beschouwing wordt gelaten, bedroeg de inflatie op jaarbasis in juli echter 6,7%, tegen 6,9% in de voorgaande maand, terwijl de onderliggende inflatie exclusief het effect van voedsel-, alcohol- en tabaksprijzen ongewijzigd bleef op 5,5%.

Dit is de eerste keer sinds februari 2021 dat de kerninflatie in de eurozone hoger is dan de nominale inflatie, wat de Europese Centrale Bank (ECB) onder druk zou kunnen zetten om haar monetaire verstrakkingscyclus voort te zetten. Van de landen in de eurozone noteerden België (1,6%), Luxemburg (2%) en Spanje (2,1%) de laagste inflatie in juli, terwijl de sterkste prijsstijgingen te zien waren in Slowakije (10,2%), Kroatië (8,1%) en Litouwen (7,1%).

In de grootste eurolanden, met uitzondering van Spanje, daalde de inflatie in Duitsland van 6,8% in juni naar 6,5%, in Frankrijk van 5,3% naar 5% en in Italië van 6,7% in juni naar 6,4%. De opleving van de geharmoniseerde inflatie in Spanje tot 2,1% in juli verkleinde het gunstige prijsverschil met het gemiddelde van de eurozone tot 3,2 procentpunt van 3,9 in de voorgaande maand.

Van de landen in de eurozone noteerden alleen Luxemburg, met een inflatie van 2% in juli (tegen 1% in juni), Griekenland, met een percentage van 3,4% (tegen 2,8% in de voorgaande maand), Spanje, met 2,1% (tegen 1,6% in juni), en Finland, met 4,2% (tegen 4,1% in de voorgaande maand), hogere geharmoniseerde inflatiecijfers op jaarbasis dan in de voorgaande maand. “De mogelijkheid van nieuwe pieken in de diensteninflatie was een belangrijke factor voor ons om vast te houden aan een renteverhoging in september na de ECB-vergadering van afgelopen donderdag, omdat dit de ECB nog wat langer bezorgd zal houden over de onderliggende inflatiedruk”, waarschuwde Ricardo Amaro, verwijzend naar de gepubliceerde inflatiegegevens.

De analist wees erop dat Oxford Economics verwacht dat de inflatiecijfers tijdens de zomer gematigd zullen zijn, maar in het vierde kwartaal relatief sterk zullen terugvallen als de tijdelijke stimulans van de vakantiegerelateerde componenten van de index wegebt.

“Hoewel de gegevens van vandaag ons besluit ondersteunen om verdere actie te verwachten in september, denken we nog steeds dat het besluit bijna een gok is, gezien de groeiende bezorgdheid van de ECB over de verslechterende groeivooruitzichten,” concludeerde de analist.

Bron: Agentschappen