De EU-ministers van Industrie zijn maandag (25/09/2023) akkoord gegaan met lagere klimaatdoelstellingen dan het voorstel van de Europese Commissie, waarbij de toepassing van de Euro 7-norm voor personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen wordt uitgesteld van 2025 tot 2027 en voor vrachtwagens van 2027 tot 2029.
Volgens de tekst van de algemene oriëntatie vonden veel delegaties de door de Commissie voorgestelde doelstellingen “te ambitieus en zelfs onrealistisch”, en daarom streeft het Spaanse voorzitterschap naar “realistische” en “evenwichtige” doelstellingen.
Deze verordening heeft tot doel de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door het wegvervoer, bekend als Euro 7, te verminderen om de industrie te ondersteunen bij de overgang naar “schone” auto’s tegen 2035.
De algemene aanpak die is overeengekomen door de EU-27 machtigt het Spaanse voorzitterschap om onderhandelingen te starten met het Europees Parlement, die zullen beginnen zodra ook het Europees Parlement zijn standpunt over deze kwestie heeft bepaald.
Het standpunt van de Raad streeft naar een “evenwicht” tussen “realistische” eisen voor voertuigemissies en extra investeringen voor de industrie, op een moment dat de Europese autofabrikanten bezig zijn met de overgang naar de productie van emissievrije voertuigen.
De algemene aanpak van de EU handhaaft daarom de emissiegrenswaarden en testvoorwaarden die al van toepassing waren in de vorige norm (Euro 6) voor personenauto’s en bestelwagens, en stelt lagere grenswaarden vast voor zware bedrijfsvoertuigen dan in de vorige verordening.
Euro 7 bevat ook een specifieke bepaling voor stadsbussen om te zorgen voor consistentie met de onlangs voorgestelde doelstelling voor 2030 om deze voertuigen emissievrij te maken, en stelt limieten vast voor de deeltjesuitstoot van remmen en banden.
Bron: Agentschappen