EU-definitie van het misdrijf verkrachting verworpen

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 4 Minuten -

De ministers van Justitie van de Europese Unie (EU) hebben vrijdag (09/06/2023) de invoering van een EU-definitie van het misdrijf verkrachting verworpen om de straffen in alle landen gelijk te trekken en verkrachting in elk land strafbaar te stellen op basis van het ontbreken van instemming van het slachtoffer, d.w.z. zonder dat de aanrander geweld hoeft te hebben gebruikt of met geweld hoeft te hebben gedreigd, zoals de Europese Commissie vorig jaar had voorgesteld in een voorstel voor een richtlijn om van verkrachting een nieuw Europees misdrijf te maken.

Leestip:  Taliban verbieden schoonheidssalons voor vrouwen
Waar ren jij tegen kanker? Ook met een korte afstand kun jij impact maken. Ren mee tegen kanker via een evenement of kies ‘Ren je eigen rondje’. Laat je sponsoren en steun onderzoek, ook bij jou in de buurt.

De afwijzing door de staten was om “uitsluitend juridische redenen die intensief zijn besproken op technisch niveau”, betoogde de Zweedse minister van Justitie Gunnar Strommer tijdens een bijeenkomst met zijn EU-27 collega’s die gisteren in Luxemburg werd gehouden als onderdeel van de EU-Raad, waarvan Zweden voorzitter is.

Strommer zei dat het standpunt “niet kan worden geïnterpreteerd als het in twijfel trekken” van een misdrijf zoals verkrachting door leden van de Raad, het EU-orgaan waarin de regeringen van de afzonderlijke lidstaten zijn vertegenwoordigd.

Tijdens de vergadering van gisteren keurde het orgaan een gemeenschappelijk standpunt van de EU-landen goed over de onderhandelingen over de richtlijn inzake gendergerelateerd geweld, die vorig jaar door de Europese Commissie werd voorgesteld om de definitie van bepaalde misdrijven tegen vrouwen in de hele Gemeenschap te harmoniseren, waardoor het Euro-misdrijven zouden worden.

Het voorstel van de Commissie om een gemeenschappelijke definitie van verkrachting te creëren en een uniforme maximumstraf van ten minste acht jaar in te stellen, is opgenomen in deze tekst waarover de EU-27 overeenstemming heeft bereikt, hoewel de beslissing nog niet definitief is omdat de Raad nog overeenstemming moet bereiken met het Europees Parlement over de definitieve tekst voordat deze wet wordt.

Helena Dalli, de EU-commissaris voor Gelijkheid en de belangrijkste voorstander van de wet, beschuldigde de lidstaten van een “gebrek aan politieke ambitie” bij het aannemen van de tekst en sprak tijdens de bijeenkomst van de EU-ministers van Justitie haar “spijt” uit over het feit dat de EU-27 de harmonisatie van het misdrijf verkrachting niet had aangenomen. Volgens Dalli is deze afwijzing “gebaseerd op een restrictieve interpretatie van de rechtsgrondslag” die ten grondslag ligt aan de door de uitvoerende macht van de EU voorgestelde wetgeving.

De commissaris voor Gelijkheid uitte haar ongenoegen omdat de rechtsgrondslag die wordt gebruikt om verkrachting te definiëren “dezelfde is die al wordt gebruikt om seksueel misbruik van kinderen strafbaar te stellen” in een andere Europese wetgeving die sinds 2011 is aangenomen, de richtlijn tegen seksueel misbruik van minderjarigen.

Volgens het Brusselse voorstel is voor een veroordeling voor verkrachting niet vereist dat de aanrander geweld heeft gebruikt of met geweld heeft gedreigd, wat volgens de laatste gegevens van de Europese Commissie van 2022 nog steeds wordt vereist door een meerderheid van 18 van de 27 EU-landen.

Tijdens de bijeenkomst van de EU-ministers van Justitie uitten de leiders van Italië, Griekenland, België en Luxemburg publiekelijk hun ongenoegen over de uitsluiting van verkrachting als Eurodelict, hoewel de Italiaanse en Belgische ministers verklaarden dat ze het bereikte akkoord zouden blijven steunen. Hoewel Spanje zich niet mengde in het debat, was het volgens diplomaten geïnterviewd door EFE ook voor het behoud van de enkele classificatie van verkrachting, hoewel het uiteindelijk ook de tekst als geheel steunde.

Het door de staten aangenomen document schrapt verkrachting van de door de Europese Commissie voorgestelde lijst van misdaden tegen vrouwen, maar behoudt de andere nieuwe Euro-misdaden die in dezelfde richtlijn door Brussel zijn voorgesteld.

Dit zijn vrouwelijke genitale verminking, cyberstalking, het zonder toestemming verspreiden van intieme beelden en het aanzetten tot haat en geweld tegen vrouwen op het internet. Met betrekking tot deze cyberdelicten hebben de EU-lidstaten uit de tekst van de Commissie de vereiste geschrapt dat het aanstootgevende materiaal “toegankelijk moet zijn voor een groot aantal eindgebruikers” om strafbaar te zijn. Zoals EU-bronnen aan EFE hebben aangegeven, opent deze verandering de deur naar het bestraffen van het zonder toestemming verspreiden van afbeeldingen in kleine ruimtes, zoals een school.

Bron: Agentschappen