Elf landen hebben zich de afgelopen dagen aangesloten bij de officiële erkenning van de Palestijnse staat, waaronder Frankrijk, België, Luxemburg, Andorra, Malta, Monaco en San Marino, die dit maandag (22 september 2025) in New York hebben gedaan tijdens de conferentie voor de tweestatenoplossing en aan de vooravond van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Met deze recente toetredingen heeft meer dan 75 procent van de VN-lidstaten besloten Palestina als onafhankelijke staat te erkennen, een maatregel die de afgelopen weken is aangekondigd in het licht van de escalatie van het militaire offensief van Israël tegen de Gazastrook en het geweld tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever.
In die zin heeft de Luxemburgse premier Luc Frieden erop gewezen dat de erkenning “niet het einde van een proces is, maar het begin van een hernieuwde inzet voor hoop, diplomatie, dialoog, coëxistentie en de tweestatenoplossing”.
Zijn Maltese ambtgenoot Robert Abela sloot zich hierbij aan en bevestigde een aankondiging die hij eind juli had gedaan en die hij omschreef als “slechts een van de vele noodzakelijke stappen om de droom van vrede te verwezenlijken”. “De tweestatenoplossing blijft de enige weg en Malta is bereid om bij te dragen aan de verwezenlijking ervan”, voegde hij eraan toe. Ook aanwezig was koning Albert van Monaco, die zijn “wens uitsprak om Palestina als staat te erkennen volgens het internationaal recht”, maar daarbij de “onwankelbare” steun van het vorstendom voor het bestaan van Israël benadrukte.
Enkele uren eerder had de Franse president Emmanuel Macron de erkenning van Palestina door het Élysée-paleis bevestigd en aangekondigd dat deze landen, naast Andorra, San Marino en België, dezelfde weg zouden inslaan, terwijl Groot-Brittannië, Canada, Australië en Portugal dat de dag ervoor al hadden gedaan. De Franse president – samen met Saoedi-Arabië medeorganisator van de top – verzekerde dat “deze erkenning de enige oplossing is die Israël vrede zal brengen”, ondanks zijn “terughoudendheid en angst”, maar maakte de opening van een ambassade in Palestina afhankelijk van de “vrijlating van de gijzelaars” en de sluiting van een staakt-het-vuren-overeenkomst.
Macron herinnerde eraan dat de VN in 1947 had besloten het Britse mandaatgebied Palestina te verdelen in twee staten, een joodse en een Arabische, en daarmee “het recht van elk volk op zelfbeschikking had erkend”. De internationale gemeenschap had de staat Israël erkend en daarmee “het lot van dit volk na duizenden jaren van omzwervingen en vervolging eindelijk vervuld”. “De belofte van een Arabische staat is echter tot op heden niet nagekomen”, betreurde hij.
De vertegenwoordiger van Israël bij de Verenigde Naties, Danny Danon, verwierp deze top en noemde het “theater”. In een verklaring aan de krant “The Times of Israel” benadrukte hij echter: “Wat we ter plaatse doen, is echt.” De Israëlische ambassadeur verwierp een “eenzijdige actie” en bevestigde de belofte van premier Benjamin Netanyahu dat er een antwoord zou komen, maar verzekerde tegelijkertijd dat “wij een vreedzame natie zijn”.
Bron: agentschappen
