Murcia, Madrid, La Rioja en de Balearen zijn de regio’s waar de economie het meest is gegroeid sinds de goedkeuring van de grondwet in 1978, terwijl het noorden van het schiereiland, met name Asturië en in mindere mate Baskenland, de minste groei heeft gekend.
De lijst van regio’s waar het BBP het meest is gegroeid tussen 1978 en 2022 wordt aangevoerd door Murcia met 230,2%, gevolgd door Madrid (224,4%), La Rioja (215,0%) en de Balearen (203,3%).
De lange reeks economische en demografische aggregaten van de Spaanse regio’s in de afgelopen decennia, deze week bijgewerkt door Fedea met gegevens voor 2022, plaatst deze gebieden op de eerste en laatste plaats in termen van groei van het BBP, de werkgelegenheid en de lonen tijdens de democratische periode.
De lijst van regio’s waar het BBP het meest is gegroeid tussen 1978 en 2022 wordt aangevoerd door Murcia met 230,2%, gevolgd door Madrid (224,4%), La Rioja (215,0%), de Balearen (203,3%), Navarra (192,0%), de Canarische Eilanden (187,0%) en de Valenciaanse Gemeenschap (179,0%).
Aan de andere kant is Asturië het minst gegroeid in deze 44 jaar, met 69,3%, 3,3 keer minder dan Murcia, en ligt het achter op andere gemeenten in het noorden van het schiereiland, zoals Cantabrië (110,5%), Castilla y León (122,6%), Baskenland (123,3%), Galicië (142,2%) en Aragón (155,8%). Extremadura (171,1%), Catalonië (169,0%) en Castilië-La Mancha (161,3%) liggen dichter bij het gemiddelde, maar er wel onder.
In 1978 lag Catalonië voor op Madrid (16,7%), Andalusië (12,9%), de Valenciaanse Gemeenschap (9,2%) en Baskenland (7,3%) met een aandeel van 19,2% in het totale Spaanse BBP. In 2022 stond Madrid op de eerste plaats met 19,9%, waarmee het Catalonië (19,00%) achter zich liet en Andalusië (13,2%), de Valenciaanse Gemeenschap (9,4%) en Baskenland (6,0%) achter zich liet.
Parallel aan de economische groei is het aantal witteboordenbanen in Spanje sinds 1978 met 77,3% gestegen, hoewel er ook hier weer grote verschillen tussen de afzonderlijke regio’s zijn.
De twee archipels, de Balearen (130,7% meer banen) en de Canarische Eilanden (122,4%), gevolgd door Madrid (116,5% meer banen) en Murcia (112,5%), lopen voorop in deze stijging.
Navarra (86,5% meer) en La Rioja (78,0%) volgen, ook boven het gemiddelde en al lager dan de Valenciaanse Gemeenschap (75,2%), Catalonië (75,1%), Andalusië (73,0%) en Aragon (70,8%).
Asturië was op zijn beurt de regio waar de werkgelegenheid in de witteboordensector het minst steeg in deze 44 jaar, met 23,4%, bijna 5,6 keer minder dan op de Balearen en minder dan in Baskenland (42,5%), Extremadura (46,9%), Castilla y León (48,5%) en Galicië (54,8%).
In verhouding tot het BBP was Catalonië in 1978 koploper met 1.876.000 werknemers, oftewel 18,4% van de totale werkgelegenheid, gevolgd door Madrid (1.553.000, 15,2%), Andalusië (1.542.000, 15,1%) en de Comunidad Valenciana (1.023.000, 10,0%).
Madrid staat ook op de eerste plaats in 2022 met 3.362.000 werknemers (18,6%), net voor Catalonië (3.286.000, 18,2%) en verder achter Andalusië (2.668.000, 14,8%) en de Valenciaanse Gemeenschap (1.791.000, 9,9%).
Als we kijken naar het loon van alle werknemers (in jaarlijkse brutocijfers, waarin ook de door de werkgever betaalde sociale premies zijn opgenomen), dan zien we dat dit in heel Spanje met een factor 17 is gestegen, een cijfer dat al aanzienlijk is, tot 22 in Murcia en 10 in Asturië.
Behalve in Murcia is het aantal werknemers op de Balearen in deze periode 21 keer zo groot geworden, in Madrid 20 keer zo groot en op de Canarische Eilanden 19 keer zo groot.
Het totale aantal salarissen van werknemers is sinds 1978 18-voudig gestegen in de Comunidad Valenciana, Navarra en Andalusië, 17-voudig – wat het gemiddelde is – in Castilla-La Mancha, Extremadura en La Rioja, 16-voudig in Catalonië en Aragon, 15-voudig in Galicië en Cantabrië, 14-voudig in Castilla y León en 13-voudig in Baskenland. Catalonië heeft op dit gebied de afgelopen jaren ook de eerste plaats afgestaan aan Madrid.
In het jaar waarin de Spanjaarden de Grondwet goedkeurden, bedroegen de totale salarissen in Catalonië 7.667 miljoen euro (20,3% van heel Spanje), terwijl ze in Madrid 6.925 miljoen euro bedroegen (18,4%), in Andalusië 4.805 miljoen euro (12,8%), in de Valenciaanse Gemeenschap 3.204 miljoen euro (8,5%) en in Baskenland 2.804 miljoen euro (7,4%).
In 2022 zullen de totale salarissen in Madrid echter 136.524 miljoen euro bedragen, 21,3% van het Spaanse totaal, iets meer dan de 125.402 miljoen in Catalonië (19,5%) en met een grotere kloof dan voorheen met Andalusië met 84.719 miljoen (13,2%), de Valenciaanse Gemeenschap met 59.076 (9,2%) en vooral Baskenland met 37.777 (5,9%).
Bron: Agentschappen