De Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft donderdag (05.06.2025) besloten de rentetarieven met 25 basispunten te verlagen, waardoor de depositorente op 2 % komt, het laagste niveau sinds december 2022.
Met de vandaag aangekondigde verlaging met een kwart procentpunt, die op 11 juni in werking treedt, daalt de rentevoet voor herfinancieringstransacties van de ECB tot 2,15 % en de rentevoet voor de marginale beleningsfaciliteit tot 2,40 %. Met de huidige verlaging heeft de door Christine Lagarde geleide instelling de rentevoet voor haar depositofaciliteit sinds het begin van de huidige cyclus van renteverlagingen in juni 2024 met de helft verlaagd.
In haar verklaring wees de ECB erop dat het besluit van de Raad van Bestuur van de ECB is gebaseerd op zijn huidige beoordeling van de vooruitzichten voor de inflatie, de ontwikkeling van de kerninflatie en de intensiteit van de monetaire transmissie.
Nadat de voorlopige inflatie voor de eurozone in mei uitkwam op 1,9 %, een tiende punt onder de middellangetermijndoelstelling van de instelling, benadrukte de ECB dat de meeste indicatoren voor de kerninflatie “erop wijzen dat de inflatie zich op middellange termijn duurzaam zal stabiliseren rond de doelstelling van 2 % van de ECB-Raad”.
In dit verband heeft zij benadrukt dat de loonstijgingen weliswaar nog steeds hoog zijn, maar “aanhoudend aanzienlijk afnemen” en dat de winsten de effecten daarvan op de inflatie gedeeltelijk opvangen. Bovendien is de ECB van mening dat de bezorgdheid dat een toename van de onzekerheid en een volatiele reactie van de markten op de handelsspanningen in april een restrictief effect op de financieringsvoorwaarden zouden kunnen hebben, “is afgenomen”.
In ieder geval heeft de Raad van Bestuur van de ECB benadrukt dat hij vastbesloten is ervoor te zorgen dat de inflatie op middellange termijn duurzaam stabiliseert rond zijn streefcijfer van 2 %, en heeft hij daaraan toegevoegd dat hij, gezien de huidige uitzonderlijke onzekerheid, een op gegevens gebaseerde aanpak zal volgen, waarbij tijdens elke vergadering beslissingen worden genomen om het passende monetaire beleid te bepalen.
De rentebesluiten van de Raad van Bestuur van de ECB zullen daarom gebaseerd zijn op zijn beoordeling van de inflatievooruitzichten, rekening houdend met nieuwe economische en financiële gegevens, de dynamiek van de kerninflatie en de intensiteit van de monetaire transmissie, zonder vooraf vast te leggen welk rentebeleid zal worden gevoerd.
Bron: agentschappen