De Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft besloten de rentetarieven met 25 basispunten te verhogen, in overeenstemming met de marktconsensus, zodat het referentietarief voor haar herfinancieringstransacties 4,25% zal bedragen, terwijl de depositorente 3,75% en de kredietrente 4,50% zal bedragen.
“De inflatie blijft dalen, maar zal waarschijnlijk te lang op een te hoog niveau blijven”, aldus de Raad van Bestuur in een verklaring, waarin hij aangaf vastbesloten te zijn om ervoor te zorgen dat de inflatie snel terugkeert naar de middellangetermijndoelstelling van 2%.
“Dienovereenkomstig is vandaag besloten om alle drie de belangrijkste rentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verhogen”, aldus de ECB.
Deze negende opeenvolgende verhoging van de geldrente naar het hoogste niveau in 16 jaar markeert het einde van een volledig jaar voor de ECB sinds het begin van haar huidige monetaire verkrappingscyclus. Met de verhoging van een kwart punt die de ECB op donderdag (27/07/2023) aankondigde en die overeenkomt met de verhoging waartoe in juni werd besloten, heeft de “hoedster van de euro” de geldprijs met 425 basispunten verhoogd sinds ze in juli vorig jaar begon met het verhogen van de rente.
De instelling stelde dat de renteverhoging waartoe donderdag is besloten, een weerspiegeling is van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetaire beleidstransmissie. In dit verband wees ze erop dat de ontwikkelingen sinds de laatste vergadering de verwachting ondersteunen dat de inflatie de rest van het jaar zal “blijven dalen”, maar voor langere tijd boven de doelstelling zal blijven.
“Hoewel sommige indicatoren tekenen van verzwakking vertonen, blijft de kerninflatie over het algemeen op een hoog niveau”, aldus het rapport.
De inflatie op jaarbasis in de eurozone daalde in juni ten opzichte van de voorgaande maand met zes tienden van een procentpunt tot 5,5%, tegen 6,1% in mei, de laagste prijsstijging sinds januari 2022, hoewel de kerninflatie met twee tienden van een procentpunt versnelde tot 5,5%.
De Raad van Bestuur merkte ook op dat eerdere renteverhogingen “sterk blijven doorwerken” en dat de financieringsvoorwaarden opnieuw strenger zijn geworden, waardoor de vraag steeds meer wordt getemperd, wat een belangrijke factor is in de terugkeer naar de streefinflatie.
In dit verband bevestigde de meest recente enquête van de ECB naar de kredietverlening door banken dat de vraag van het bedrijfsleven naar leningen en kredietlijnen tot een recordlaagte is gedaald als gevolg van de stijging van de rente en de daling van de investeringen, en dat voor het derde kwartaal een verdere daling wordt verwacht, zij het in een trager tempo.
Als gevolg hiervan heeft de Raad van Bestuur verklaard dat hij er bij zijn toekomstige beslissingen voor zal zorgen dat de belangrijkste rentetarieven van de ECB op een voldoende restrictief niveau blijven zolang dat nodig is om de inflatie snel terug te brengen naar de middellangetermijndoelstelling van 2%.
“De Raad van Bestuur zal een op feiten gebaseerde aanpak blijven hanteren om de juiste mate en duur van verkrapping te bepalen,” herhaalden zij, en benadrukten dat haar rentebesluiten gebaseerd zullen blijven op haar beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van nieuwe economische en financiële gegevens, de onderliggende inflatiedynamiek en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.
Daarnaast besloot de Raad van Bestuur de rente op de minimumreserves vast te stellen op 0%. Dit besluit handhaaft de effectiviteit van het monetaire beleid door de huidige mate van controle over de monetaire-beleidskoers te handhaven en de volledige transmissie van rentebesluiten naar de geldmarkten te waarborgen. Tegelijkertijd is de ECB van mening dat het de doelmatigheid van het monetaire beleid verbetert door het totale bedrag aan rente op de minimumreserves te verlagen teneinde een passend monetair beleid te kunnen voeren.
Bron: Agentschappen