De referentiegroep van de Europese Radio-unie (EBU) voor het Eurovisiesongfestival, het bestuursorgaan van de wedstrijd, “heeft kennis genomen van de bezorgdheid die door verschillende omroepen is geuit” over de deelname van Israël aan de wedstrijd en “beoordeelt momenteel de mogelijke gevolgen en consequenties van elke beslissing”.
Dit heeft de groep in een verklaring aan Europa Press bekendgemaakt, nadat de raad van bestuur van RTVE op dinsdag (16-09-2025) het voorstel van zijn voorzitter José Pablo López had goedgekeurd om Spanje terug te trekken uit het Eurovisiesongfestival 2026 in Wenen (Oostenrijk) als Israël aan de wedstrijd zou deelnemen.
“De referentiegroep van het Eurovisiesongfestival heeft kennis genomen van de bezorgdheid van verschillende omroepen over de nog uitstaande beslissing van de EBU en de algemene vergadering over de deelname van Israël aan de volgende editie van het Eurovisiesongfestival”, verzekerde het comité onder voorzitterschap van Ana María Bordas, productiedirecteur van RTVE.
In dit verband benadrukte de referentiegroep dat het haar taak is “de regels van de wedstrijd te handhaven”, maar dat “de huidige omstandigheden buiten haar mandaat vallen”. Om deze reden, zo verklaarde zij, werd de kwestie in juni doorverwezen naar het EBU-bestuur. Bovendien verzekerde zij dat “een door de EBU aangewezen onafhankelijke deskundige de groep op de hoogte houdt van de lopende raadplegingen met alle omroepen en relevante internationale organisaties”.
Hij benadrukte dat de referentiegroep samen met de gastomroep “de mogelijke effecten en gevolgen van elke beslissing beoordeelt om ervoor te zorgen dat deze vooraf kunnen worden ingeschat”. De referentiegroep gaat ervan uit dat het besluitvormingsproces nog gaande is en dat een definitief besluit in december wordt verwacht. In haar hoedanigheid van hoedster van het merk Eurovisie Songfestival zal de groep een evaluatie opstellen voor het uitvoerend comité, waarin de gevolgen van beide mogelijke uitkomsten centraal staan”, benadrukte zij.
Martin Green, directeur van het Eurovisiesongfestival, verklaarde op zijn beurt dat men “de diepgewortelde bezorgdheid en meningen over het aanhoudende conflict” in het Midden-Oosten begrijpt. “We blijven overleggen met alle leden van de EBU om meningen te verzamelen over hoe om te gaan met deelname en de geopolitieke spanningen rond het Eurovisiesongfestival”, bevestigde hij.
Green benadrukte dat de omroepen tot half december de tijd hebben om te bevestigen of ze volgend jaar in Wenen aan het evenement willen deelnemen. “Elk lid beslist zelf of het aan de wedstrijd wil deelnemen en we zullen elke beslissing van de omroepen respecteren”, concludeerde hij.
Bron: agentschappen