6 december is een officiële feestdag in Spanje, inclusief Mallorca. Er is echter geen verband met de Duitse “Nikolaustag”, maar de Spanjaarden vieren de “Constitución Española” (Spaanse Grondwet), die op 6 december 1978 door het Spaanse volk in een referendum werd goedgekeurd en op 29 december 1978 van kracht werd.
Voor zijn dood op 20 november 1975 had generaal Franco de Spaanse Koning Juan Carlos I tot zijn opvolger benoemd. Sinds Franco op 29 september 1936 door de Nationalisten tot staatshoofd werd benoemd, werd Spanje geregeerd door een dictatuur.
Juan Carlos, die op 22 november 1975 tot koning van Spanje werd uitgeroepen, leidde zijn land stap voor stap naar democratie. Op 6 december 1978 werd de Spaanse grondwet goedgekeurd door een meerderheid van het volk. De opkomst was echter maar iets meer dan 67 procent, omdat veel voorstanders van het oude systeem hadden opgeroepen tot een boycot. Desondanks wonnen de voorstanders van de nieuwe grondwet. Op 27 december ondertekende Koning Juan Carlos I de “Constitución Española”. Nadat deze op 29 december 1978 in werking was getreden, was voor Spanje de weg naar democratie geplaveid.
De grondwet definieert Spanje als een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De autonome regio’s hebben een zekere mate van zelfbestuur. Hoewel de officiële taal “Castiliaans” is, zijn regionale talen ook toegestaan als officiële taal in de individuele “Comunidades”, zoals “valenciano” in Valencia. De afzonderlijke regio’s hebben ook hun eigen vlaggen en emblemen.
De Spaanse grondwet is sinds zijn inwerkingtreding slechts één keer gewijzigd. Op 27 augustus 1992 werd in artikel 13, lid 2, het woord “actieve” vervangen door “actieve en passieve”: “actief en passief” (voor de ratificatie van het EU-Verdrag).