Het Grondwettelijk Hof heeft het beroep van de PP tegen de huisvestingswet toegelaten, evenals het beroep van de regionale regeringen van Madrid, Catalonië, de Balearen en Andalusië tegen dezelfde wet, op grond van het feit dat de wet inbreuk maakt op hun bevoegdheden.
Volgens bronnen binnen het Hof heeft de plenaire zitting besloten om alle beroepen met betrekking tot verschillende onderdelen van de woningwet te behandelen.
De regionale regeringen gingen in beroep nadat de juridische diensten van hun overheden van mening waren dat de verordening inbreuk maakte op de bevoegdheden die zijn vastgelegd in hun respectieve autonomiestatuten.
De PP voert in haar beroep aan dat het recht op eigendom, het recht op effectieve rechtsbescherming en lokale autonomie mogelijk worden geschonden.
De wet op het recht op huisvesting voorziet in een huurplafond in kwetsbare gebieden en toeslagen van 50-150% op de onroerendgoedbelasting (IBI) voor woningen die langer dan twee jaar leegstaan. De wet maakt buitengewone verlenging van huurovereenkomsten met een jaar mogelijk voor erkende situaties van sociale of economische kwetsbaarheid, voorkomt uitzettingen zonder datum en tijd, en bevat nieuwe verlengingen die uitstel mogelijk maken.
Het verbiedt de betaling van huur in contanten en de verkoop van sociale woningen aan beleggingsfondsen; bepaalt dat de kosten voor het beheer van onroerend goed en contractuele formaliteiten door de verhuurder moeten worden gedragen; en verplicht de reservering van 40% van de bebouwbare en 20% van de onbebouwde stedelijke grond om sociale huurwoningen tegen een beperkte prijs te promoten.
Bron: Agentschappen
