Het eerste vonnis van het Constitutioneel Hof (TC) bevestigt de belangrijkste aspecten van de amnestiewet, maar spreekt zich niet uit over de beschuldiging van verduistering tegen Carles Puigdemont, zoals vandaag (02.06.2025) door verschillende media wordt gemeld.
Daarmee bevestigt de vicevoorzitter van het TC, Inmaculada Montalbán, de grondwettigheid van een groot deel van de amnestiewet, hoewel zij drie van de door de PP in haar op 9 september ingediende klacht aangevoerde gronden voor ongrondwettigheid met betrekking tot ondergeschikte aspecten van de regeling gedeeltelijk gegrond acht.
Deze klacht zal alleen beslissen of de wet al dan niet grondwettelijk is, maar zal niet ingaan op de toepassing van de wet, d.w.z. dat zij zich niet zal buigen over de concrete gevallen van Puigdemont, Junqueras en de andere onafhankelijkheidsleiders aan wie geen amnestie is verleend wegens het misdrijf van verduistering.
Het grootste deel van de amnestiewet zal de komende dagen door de tien rechters van het Constitutionele Hof worden onderzocht met het oog op de plenaire vergadering van 10 juni, aangezien op 24 juni de beraadslagingen en adviezen over de afsluiting van de zaak beginnen, die naar verwachting meerdere dagen in beslag zullen nemen, waarschijnlijk tot 26 juni.
De amnestiewet is een jaar oud en veel van de politieke doelstellingen ervan staan nog in de kinderschoenen, aangezien de belangrijkste onafhankelijkheidsleiders, zoals voormalig president Carles Puigdemont, voorlopig zijn uitgesloten en de uitspraak van het Constitutionele Hof afwachten.
De rechtszaak van de PP zal de koers bepalen voor de overige 30 rechtszaken die tegelijkertijd bij de rechtbank aanhangig zijn, waaronder 16 rechtszaken van autonome regio’s, 6 constitutionele klachten en 9 constitutionele beroepen. De rechtszaak van de PP wordt de “hoofdzaak” genoemd, omdat deze de meeste bezwaren tegen de wet aanvoert, hoewel deze later is ingediend dan andere, zoals de vraag van de grondwettigheid door het Hooggerechtshof.
Bron: agentschappen