Het Europees Hof van Justitie heeft in hoger beroep geoordeeld dat het Europees Parlement er goed aan heeft gedaan om in 2019 twee Catalaanse politici niet in het Parlement op te nemen. Hoewel Carles Puigdemont en Toni Comin door hun kiezers waren gekozen als leden van het Europees Parlement, weigerde de voorzitter van het Parlement hen te benoemen. Een lagere instantie van het Europees Hof van Justitie was eerder tot dezelfde conclusie gekomen.
Om tot lid van het Europees Parlement benoemd te worden, moesten de twee Catalaanse separatisten in Madrid een eed op de Spaanse grondwet afleggen, zoals de Spaanse regels voorschrijven. De twee politici wilden of konden dit niet doen omdat ze bang waren gearresteerd te worden.
Puigdemont en Comin vluchtten in 2017 uit Spanje naar België na het organiseren van een onafhankelijkheidsreferendum voor Catalonië. Madrid bestempelde dit als illegaal.
De voorzitter van het Europees Parlement was van mening dat hij de twee politici niet tot lid van het Europees Parlement kon benoemen als ze niet op de officiële lijst van Madrid stonden. Eerst het lagere EU-hof en nu het hogere hof stelde hem in het gelijk. Volgens het hof heeft de Voorzitter van het Europees Parlement niet het recht om de juistheid van de door Madrid verstrekte informatie in twijfel te trekken, “omdat anders de scheiding der machten tussen het Europees Parlement en de lidstaten zou worden geschonden”.
De twee politici moeten nu dus eindelijk hun immuniteitsstatus als lid van het Europees Parlement opheffen. Dit zou de deur kunnen openen voor hun uitlevering aan Spanje. In juli vaardigde het Spaanse Hooggerechtshof arrestatiebevelen uit tegen Puigdemont en Comin. De beschuldiging is dat ze publieke middelen hebben verduisterd voor de organisatie van het Catalaanse referendum. Een onlangs aangenomen amnestiewet voor Catalaanse separatisten was in Madrid niet op hen van toepassing.
Bron: Agentschappen
