Spanje zal tussen 2028 en 2034 meer dan 79,9 miljard euro ter beschikking hebben voor regionale fondsen en landbouwsubsidies, zo blijkt uit de laatste ontwerpbegroting van de Europese Commissie. Dat is bijna 20 % minder dan in de huidige zevenjarige periode.
Volgens het nieuwe document, waarin de Europese Commissie de verdeling van de middelen per lidstaat uit het nieuwe “megafonds” voor nationale en regionale plannen in de toekomstige EU-begroting bekendmaakt, bedraagt de totale toewijzing voor Spanje 88,1 miljard euro.
Ongeveer 3 miljard euro daarvan moet echter worden gebruikt voor maatregelen op het gebied van migratie en grensbeheer en nog eens 5,3 miljard euro voor het Sociaal Fonds voor Klimaatactie, het EU-instrument ter ondersteuning van burgers die het zwaarst worden getroffen door de energietransitie.
Na aftrek van deze twee posten komt de “algemene” toewijzing voor Spanje daarmee op 79,9 miljard euro, wat overeenkomt met het bedrag dat de lidstaten vanaf 2028 moeten besteden aan het huidige cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en aan de visserijsector.
Dit bedrag ligt bijna 20 % onder wat Spanje in de huidige begroting is toegewezen, aangezien de tegenwaarde momenteel bijna 100 miljard euro zou bedragen uit regionale fondsen en landbouw- en visserijsteun.
Concreet betekent dit dat Spanje volgens de laatste gegevens van de Commissie uit de huidige cohesiebegroting tot 2027 ongeveer 29 miljard euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), ongeveer 13 miljard euro uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), 1 miljard euro uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en 2,8 miljard euro uit het initiatief voor jeugdwerkgelegenheid (IEJ).
In het kader van het GLB is momenteel ongeveer 11,4 miljard euro uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en ongeveer 40 miljard euro aan rechtstreekse betalingen aan landbouwers en veehouders aan Spanje toegewezen (37,4 miljard euro tegen prijzen van 2021, een hoger bedrag als rekening wordt gehouden met de inflatie).
Bron: agentschappen





